Brigitte Bardot, Bardot,
Die heeft ze niet zó, maar ZÓ!
Dit liedje zongen we als puistige pubers in 1961 in onze Rotterdamse volkswijk Feijenoord. Alleen jongens, want dat ‘ZÓ’ sloeg op BB’s bolle borstkast. Met hitsige handjes maakten we een gebaar van twee immense memmen boven de buik. Lachen! Hoe groter de virtuele borsten, hoe harder de lachsalvo’s. De tekst was een verbastering van de eerste regels van het liedje: ‘Brigitte Bardot’ van het indo-rock duo: The Emeralds.
Ik was op jonge leeftijd al een francofiel, zij het om de verkeerde, hormonale redenen. Ik was verliefd op Brigitte Bardot. Dat ze achttien jaar ouder was dan ik donderde niet. Ik zag alleen die lippen, die longen en die hunkerende halfopen mond. Ik bewonderde de waterval van lang, lichtblond haar die over haar schouders kletterde. Mon Dieu! In het jaar dat ik werd geboren begon ze haar carrière als actrice. Je t’aime, hijgde ze in de bioscoop tegen me. Ik was blij dat ik zat. Frans is de taal van de liefde. Ik zou dat met de beste wil ter wereld niet over het Fins kunnen zeggen. Minä rakastan sinua!, Dat betekent in het Fins ook: ‘Ik hou van jou’. Maar in mijn oren klinkt het als een zin uit een handboek voor brommerreparaties. Ik denk dat Blond krijsend de kuierlatten had genomen als ik dat in lijn twee in Rotterdam-Zuid tegen haar had gebruld. ‘Wieberen, vuile viespeuk!’ Nee, geef mij maar Frans.
Oké, ik weet dat anderhalf miljoen lezers nu meteen stoppen met lezen. De veroordelen ten opzichte van de Galliërs zijn legio. Ze zouden nors, arrogant, trots en chauvinistisch zijn. Bovendien spreken ze alleen Frans. Maar o, laat ze dat toch lekker blijven doen, ik vind die taal zó mooi. Mijn hart breekt als ik lees dat er steeds minder leerlingen zijn te porren om de ‘meest romantische taal ter wereld’ te leren. En ik vraag me af waarom? Want zo moeilijk is Frans nou ook weer niet. Le cheval est dans le pré, betekent: ‘Het paard staat in de wei’ en zo gaat dat maar door. Een kind kan de was doen. L’enfant peut faire la lessive. Appeltje eitje.
Soms verlang ik naar aloude tijden. In de late middeleeuwen stuurde onze elite de kinderen bij voorkeur naar een Franse school, want dat was chique. Frans was de lingua franca aan de Europese hoven en heel normaal in de ambtenarij. Tot 1919 moest je kennis hebben van de Franse taal anders kwam je de Hogereburgerschool (HBS) niet eens in. Nu is het verdomme totaal andersom en pleiten leraren op de middelbare scholen ervoor om het Frans als eerste te laten vallen. Merde!
Vind je het gek dat de Fransen ons lompe kaasmakers noemen? In hun ogen lopen we de hele dag door te vreten als varkens en stoppen bijvoorbeeld bruine broodjes met zweetkaas in onze snoet. Ze beweren dat je bij Nederlandse stellen van achter niet kunt zien wie de man is of wie de vrouw. Tja! Ze vinden ons een gierig volkje dat tonnen hagelslag, ontbijtkoek en gestampte muisjes meesleept in de caravans. De polderling zou ook een liederlijk, doorgesnoven individu zijn.
Ik denk even aan mijn vrienden die ooit hun camper ergens illegaal parkeerden. De wagen werd omsingeld door een peloton sluipschutters van de gendarmerie. De agenten dachten dat ze met drugssmokkelaars te maken hadden. Ze bonkten keihard op de deur. Onze slaapdronken vriendin Pia verscheen met verwilderde haren en een handdoek om haar naakte lijf in de deuropening. Als de eerste de beste Noordse prostituee gilde ze abusievelijk: ‘Combien? Je suis Suédoise!’ (Hoeveel? Ik ben Zweeds!) Het liep goed af, hoewel er waarschijnlijk van hogerhand wel even gevloekt is op het politiebureau vanwege de onnodige inzet van zoveel agenten.
Maar zelfs als de Fransen vloeken hoor ik muziek: Putain de la merde! Ta guele! Nique ta mère! Salope! (Ik laat de vertaling nu even achterwege.) Volgende week zondag moeten de Fransen naar de stembus. De strijd gaat waarschijnlijk weer voornamelijk tussen de rechts gedraaide Marinade (Marine Le Pen) of de smakeloze, muffe KokosMakroon. (Emmanuel Macron) Via TV5 ga ik genieten van al die verhitte Franse debatten en zal ik tegen mijn favoriete kandidaten gillen: Courage! Courage!
JAAP VAN DEURZEN