Jaap van Deurzen

SPREKER /  MEDIATRAINER /  DAGVOORZITTER.

Jenever & Neus

feb 7, 2021

Ik kijk in de spiegel en staar naar een jeneverneus. De dooraderde karbonkel is een vorm van horizonvervuiling, maar ik kan er niks aan doen. Ik ben een hartstochtelijke haringhapper en een wijsgeer verklapte me ooit dat vis moet zwemmen, het liefst in goudgele korenwijn. Ik heb daar gedurende mijn leven een klein openluchtzwembad van opgedronken, vandaar de verminking van mijn ruiker. 

“Leev’ de jenever, die reinste der dranken

Die tot den arbeid ons moed geeft en kracht.

Aan wie zo menigeen reeds heeft te danken,

Dat zijn gezin is ten onder gebracht.”

J.J. Estor

Mijn gezin is gelukkig nog intact, vrouwlief Blond houdt ook wel van een klokkende kruik en neemt mijn verkleurde kokkert voor lief. “Twee glazen jenever veranderen een man meer dan honderdduizenden jaren evolutie,” beweert bioloog Midas Dekkers. We zijn beiden broeders van de ‘natte gemeente’ Weesp. Toeval bestaat niet.  

Het stadje aan de Vecht is, met zestig distilleerders, in de Gouden Eeuw de grootste jeneverproducent van Nederland. De stokers zijn vanwege de stankoverlast Amsterdam uitgebonjourd. Ze gaan vrolijk verder in Weesp, waar het stadje niet bepaald beter van gaat ruiken. Talloze varkens, die de graanbrij opvreten die overblijft na de jeneverproductie, schijten de hele stad onder. Het is glibberen en glijden langs de grachten. In 1885 legt de laatste stokerij het loodje. De jeneverneuzen van Schiedam winnen de slag.  

Maar in 2016 verschijnt, als een deus ex machina, de jonge molenaar Christian Pfeiffer ten tonele. Samen met zijn vrouw Silvia blaast hij de jajem-geschiedenis nieuw leven in. Ze openen Stokerij Anker en produceren op ambachtelijke wijze een puike jenever. Weesp is weer een stookstad! Mijn gok en mijn lever zijn ten dode opgeschreven, maar ik vergeef het ze, ik houd van mensen met passie.

Christian is net uit de luiers, als een gemeentearchivaris in 1994 in de krochten van het stadhuis een verfrommeld boekje vindt met allerlei jeneverrecepten uit 1630.  Onderricht van eenighe grove distilation’ staat er op de kaft. “Bingo!” brult de drank minnende molenaar jaren later en begint te experimenteren met de recepten uit het middeleeuwse logboekje. Bijna drie jaar lang vergiftigt hij vrienden en familieleden met zijn probeersels, de eerste jenever smaakt naar vloeibare zeep. Iedereen verklaart hem voor gek. 

De oude klare is op dat moment, samen met zijn stokoude drinkers, bijna uitgestorven. De traditionele stokers hebben de pijp aan Maarten gegeven. De teloorgang begint als de makers steeds minder alcohol uit graan gaan gebruiken. Veel producenten stappen over op de uit suikerbieten gedistilleerde alcohol en voegen daar smaakstoffen aan toe. Dat scheelt een slok op een borrel qua tijd en geld. De neut wordt goedkoper maar is ook veel vlakker van geur en smaak. In 2000 klokt de gemiddelde Nederlander zo’n 1,6 liter gedestilleerd achterover, waarvan minder dan 1 procent ouwe klare. De grafzerk voor de ambachtelijke jenever wordt omhoog gehesen.

Maar onze nationale sterkedrank is inmiddels weer aan een comeback bezig. De Pfeiffertjes presenteren in 2016, na heel wat geploeter, hun eerste Anker jenever. De fluweelzachte piketanus wordt niet alleen in bruine kroegen met kleedjes op tafel gedronken, maar ook in trendy bars in Amsterdam.  

Het gaat nog niet met sloten tegelijk zoals met gin-tonic. Die hype begon in Barcelona, waar onze landgenoten de Spanjaarden de drankenmix uit glazen teilen zagen zuipen. Dat wilden ze hier ook wel! De slijterijen jubelden in koor en ontwikkelden allerlei nieuwe gin-merken, die in kekke, futuristische flessen werden geleverd. En nu doet de oeroude jajem ook weer gezellig mee, hoezee! 

Hé Jaap, zit jij nou schaamteloos reclame te maken voor Anker jenever? Hoeveel flesjes levert dat op? Als lid van de Weesper maffia houd ik me natuurlijk aan de omertà, maar geloof me, dit is louter een ode aan gepassioneerde vakmensen.  

Kijkend naar mijn drankneus roep ik zelfs op tot waakzaamheid. Ik zie er niet uit. Bezorgde ouders houden angstvallig hun kinderen uit mijn buurt. Voor je het weet zuip je jezelf ook het armenhuis in, want het vloeibare goud is wel duurder. Auteur Jacques den Haan schreef het ooit al: 

“Het enige bezwaar dat ik heb tegen de leer van de reïncarnatie, is dat de jeneverprijs per generatie drie keer zo hoog wordt.” 

Joh, je leeft maar één keer. Proost!

JAAP VAN DEURZEN