Jaap van Deurzen

SPREKER /  MEDIATRAINER /  DAGVOORZITTER.

MADEIRA @ MY DEAR

sep 11, 2022

Opeens horen we een zielsverscheurende wanhoopskreet. Blond en ik staan als aan de grond genageld in Funchal, de hoofdstad van het Portugese eiland Madeira. We zijn drie uur daarvoor neergeploft op een landingsbaan aan zee die wel wat weg heeft van een postzegel op palen. Dat ik Blond, die extreme vliegangst heeft, zover heb kunnen krijgen is een kunststukje. In de kist heb ik de klassieker van het cabaretekse fossiel Ted de Braak zachtjes zitten zingen: 

‘Een glaasje Madeira m’dear?’

Ze was jong, ze was net, ze was lief en koket

Ze was maagd, ze was sweet seventeen

Hij was oud, hij was dik, hij was kaal, had een sik

Hij was laag, hij was slecht en had een tik

Door het raam van het chique restaurant tegenover ons hotel zien we haar staan. Ze is totaal verkrampt en heeft de handen tegen haar hart gedrukt. Ze huilt, smeekt en lijkt emotioneel totaal gesloopt. De fadozangeres is in topvorm. Het is alsof haar rauwe stem door een bak grint wordt geperst. Ik versta geen woord van wat ze zingt, maar ik voel haar pijn. Dit is de Portugese blues. De verweerde volkse vrouw is rond de zestig en draagt het haar in korte krulletjes op een kogelrond hoofd. Ze is gekleed in een zwart mantelpakje. Haar mouwen bestaan uit lange rafels die bij elke beweging meedeinen op haar Weltschmerz.

Achter haar zitten twee bejaarde mannen, keurig in het pak met een stroppie. De een bespeelt de Portugese viola de fado, de ander tokkelt op een normale gitaar. Het zijn geen lachebekjes. Ze doen me denken aan Stattler en Waldorf, de twee eeuwig klagende brompotten uit The Muppetshow. De eigenaar van het visrestaurant ziet ons buiten staan en gooit direct zijn netten uit. Hij buigt beleefd en leidt ons met de gladde smile van een gewiekste autoverkoper naar binnen. Als willoze slachtoffers stappen we het restaurant in. Daar zijn we getuige van een klein menselijk drama.

Het is alsof voor onze ogen een stuk van de Britse toneelschrijver Harold Pinter wordt opgevoerd. Pinter schreef dialogen in gewone mensentaal en was een meester in het beschrijven van absurde situaties. In het restaurant in Funchal wordt door de hoofdrolspelers niks gezegd, ze maken muziek. Maar hun lichaamstaal spreekt boekdelen.

Tijdens een pauze vertelt de gitarist me dat het trio al dertig jaar samenspeelt. Zo op het oog zit er duidelijk sleet in hun samenwerking. Dat ligt niet zozeer aan de fadozangeres maar eerder aan haar twee begeleiders. De vermoeide zeventigers lijken er geen zin meer in te hebben. Ze willen een glaasje Madeira drinken met een bloedmooie vrouw. 

Hij troonde haar mee naar zijn zondige flat

En liet z’n verzameling zien, postzegels

Hij dempte het licht en ook z’n stem

En zei toen “zeg wil je misschien

Een glaasje madeira m’dear”

De man die de Portugese gitaar bespeelt is geen virtuoos. Het luitachtige instrument met twaalf stalen snaren produceert een geluid dat lijkt op een Griekse bouzouki. Elke keer als de zangeres een couplet heeft gezongen, wordt van hem een korte overbruggende solo verwacht. En daar begint de ellende, want zijn vingers zitten er om de haverklap naast op de snaren. 

Het is aandoenlijk maar o zó storend, hoewel de gemiddelde luisteraar het misschien niet eens heeft gehoord. Ik hoor het wel, want ik ben zelf een gemankeerde gitarist die soms verkeerde akkoorden aanslaat. Maar ik ben een bluffer en dreun gewoon door. Hij niet. Bij elke misslag schudt hij meewarig het hoofd, (weer fout). De fadozangeres is zijn geklungel zat. Ze blaast haar lippen op en perst de lucht naar buiten. Ze kijkt hem aan en rolt met haar ogen. ‘Dit verdien ik niet’, zie ik haar denken, ‘Ik steel hier verdomme de show en die idioot speelt geen noot goed’.

Hij heeft haar getergde gelaat gezien en neemt direct wraak door de begeleiding net iets te laat in te zetten waardoor zij niet meer synchroon zingt en opnieuw moet beginnen. Het is een muzikale steek onder water. De gitarist glimlacht, dat zal je leren kreng. Hier wordt opnieuw de Dertigjarige Oorlog subtiel uitgevochten. De vrouw slaakt opnieuw een hartverscheurende kreet en gilt: ‘Mais triste!’ Wat een schitterend schouwspel!

JAAP VAN DEURZEN

*Ter mijner inspiratie toch maar weer die vraag voor een donatie. Groot of klein, alles is fijn.  NL80 BUNQ 2074 4964 00 of: Klik dan hier!