“Wat is eigenlijk de zin van het leven?” vraagt Blond plotsklaps tijdens de borrel op de bank. Buiten kletst een hagelbui meedogenloos tegen het raam. Uit de luidsprekers komen de tranentrekkende tonen die Miles Davis uit zijn trompet perst in Ascenseur pour l’échafaud (Lift naar het schavot). Ik zie virtuele lussen uit het plafond zakken.
Ik kijk naar het glas in Blonds’ hand en denk aan de prijs van het wijntje dat ze drinkt. Voor die gegiste druifjes spring je alleen al jubelend je nest uit. Daar zal ik binnenkort een extra krantenwijk voor moeten nemen. Aan de kwaliteit van de wijn kan het dus niet liggen. Maar een antwoord op haar vraag heb ik niet. Ik vermoed dat ze lijdt aan de ‘januari blues’. Dat is niet zo verwonderlijk, want ’Blue Monday’ valt dit jaar op de 18e januari. We nippen dapper door en staren naar buiten.
We zien het hoogbejaarde echtpaar dat dagelijks voorbijfietst om boodschappen te doen. Wat moeten we nou weer eten?” hoor ik haar mopperen bij het weggaan, terwijl hij moeizaam de fietstassen aan zijn bagagedrager hangt. Ze hebben beiden sneeuwwit haar en dragen identieke beige jasjes. Zij zit op haar scootmobiel en kijkt nors voor zich uit. Zo kijken mensen ook die op weg zijn naar het abattoir om een paar ledematen te laten amputeren. Hij fietst pal achter haar aan. Zijn voorwiel komt bijna tegen de achterkant van haar karretje. “Elke dag weer. Ik begin de vraag van Blond te begrijpen en google:
‘De zin van het leven is een diepere betekenis waar het bestaan mee beladen zou zijn volgens bepaalde visies. Het concept stelt de waarde van de periode tussen geboorte en dood centraal en eventueel ook het spiritueel bestaan dat de lichamelijke dood overstijgt. Volgens verschillende religieuze en metafysische theorieën overstijgt het wezen van het bestaan de fysieke wereld.’
Hoe glashelder kun je het formuleren? Toch geef ik de voorkeur aan mijn eigen huisfilosoof die zegt: “Je wordt wakker, je eet, je drinkt, je poept, je piest, je werpt een paar kinderen en op een dag ga je de pijp uit. Waar doe je het allemaal voor?” Ik kom op internet de Finse filosoof Frank Martela tegen. Zo te zien is het een vrolijke Frans met uitspraken als: “Zoek niet naar de zin in het leven, maar naar de zin in je eigen leven.” Ik laat een haring richting huig glijden.
Ik ben niet onder de indruk van zijn wijsheid. De Rotterdamse schrijver Jules Deelder was hem jaren geleden al voor toen hij riep: “De zin van het leven ben jezelf.” Van dichters moet je het soms hebben. Zoals de anonieme Dirkje die op internet de koe in knakproza kordaat bij de horens vat:
Leef dus nu het kan.
En maak er maar het beste van.
Vergeet de fouten die je hebt gemaakt,
Maar zorg wel dat het de volgende keer beter gaat.
Dat is de boodschap van dit gedicht.
Sluit de dag af met een lach op je gezicht
Die tekst kan zo op een tegel in het Toon Hermansmuseum. Zo ingewikkeld is het leven niet. Al eeuwenlang breken religieuze hotemetoten en filosofen zich het hoofd over het thema ‘de zin van het leven’, zoals Friedrich Nietzsche: “Hij die reden tot leven heeft kan vrijwel alle levensomstandigheden verdragen.” Tja, Fritz stierf op 55-jarige leeftijd en was toen knettergek.
Terug naar onze jonge Fin, Frank: “Op aarde zijn we minder uitzonderlijk dan we denken: we zijn niet heel veel beter dan dieren, hoogstens stellen we meer zinvragen.” Kijk, nu komen we ergens, ik heb inderdaad nog nooit een gnoe naar de zin van het leven horen vragen.
Blond knikt en kijkt me wazig aan en wiebelt met haar lege glas en zegt: “Schenk jij nog maar eens een wijntje in, Japio, dan zet ík een plaatje op.” Ik kijk uit het raam en zie het bejaarde echtpaar met volle fietstassen terugkeren van de Appie. Ik klok de kelken vol en hoor de eerste tonen van die prachtige rockklassieker ‘Dust in the wind’ van de Amerikaanse band Kansas, met die fabelachtig mooie slotzinnen:
All we are is dust in the wind…
Everything is dust in the wind
The wind…
JAAP VAN DEURZEN
Onlangs verschenen bundel: Blond & Blues