“Jammer genoeg woon ik Den Helder. Nee, ik zou geen idee hebben wat ik hier doe. Is het eigenlijk wel een stad? Ze hebben niet eens een tram. Die zonsondergang is ook nog eens iedere dag hetzelfde. Een stad hoort toch gewoon leuk te zijn?”
Als je deze tekst leest, denkt je waarschijnlijk aan een balsturige, verveelde puber uit Noord-Holland, die staat te popelen om de boemel naar Mokum te nemen. Gefopt! Aan het woord is actrice Iris Korver in de rol van ‘Karen’, die tegen wil en dank in Den Helder woont. Ze is ingehuurd door de afdeling City-Marketing om ‘reclame’ te maken voor de stad. Pardon? Haar tekst is toch niet bepaald ‘wervend’, hoor ik u denken. Zou het dan tóch waar zijn dat de marinestad een winderig tochthol is waar je niet dood gevonden wilt worden? Want dat is wél het imago van Den Helder, waar, zoals vaak wordt beweerd, de straatarme inwoners Jutters worden genoemd.
De medewerkers van de afdeling stadspromotie proberen al jarenlang de boodschap te verkopen dat Den Helder wél degelijk iets te bieden heeft, maar het is vechten tegen de bierkaai, het blijft een leprozen-eiland. Tom Poes verzin een list. De wanhopige marketeers zien op Youtube een filmpje van de collega’s uit Oslo en zijn totaal verbijsterd. Onder het mom van beter gejat dan slecht bedacht kopiëren ze de aanpak van de Scandinaviërs. De openingstekst van het Noorse reclamefilmpje komt aan als een mokerslag. Vrij vertaald staat er:
“Kom in vredesnaam niet naar Oslo! Iedereen is er zó vriendelijk en gastvrij. Voor je het weet voel je jezelf het centrum van de aandacht. We hebben talloze verse zeevruchten en heerlijk brood. Je gaat dat voedsel gewoon véél te lekker vinden. Ben je op zoek naar een gewóne vakantiebestemming? Ga dan als de sodemieter op zoek naar een andere plek. Oslo biedt namelijk een onvergetelijke ervaring.”
In een ander Youtube-filmpje zien we een jonge, vlotte bink die Oslo op een doodbidderstoon finaal de grond in boort. Tegelijkertijd schuiven wél allerlei mooie beelden van de Noorse hoofdstad voorbij. Het contrast tussen wat er gezegd wordt en wat we in beeld zien, is levensgroot. En dat valt op. Het adagium klopt: Eén beeld zegt meer dan duizend woorden. Antireclame werkt. Ik ben in ieder geval gelijk bereid om in het vliegtuig te springen en naar Oslo te vliegen. Maar ja, ik ben een reserve Viking.
Ik kan me vergissen, maar zien we deze vorm van ‘negatief’ reclamemaken tegenwoordig vaker? Hebben de adverteerders eindelijk door dat we niet helemaal debiel zijn? Dat we die gezandstraalde, maffe modellen niet meer pruimen, die met een bek vol spierwitte kronen allerlei wasmiddelen staan aan te prijzen? Of neem de mooie meiden die met hun lange haren wapperen en een merk shampoo heilig verklaren. Ze beweren met droge ogen dat het product boordevol zit met mineralen, proteïne en linksdraaiende bijenhonig. Ook jouw afgestorven pruik zou met het spul weer tot leven gewekt kunnen worden. Ammehoela! Mag ik een teiltje?
Maar hoe misselijk je ook van die reclames wordt, die nep-verhaaltjes komen wél binnen. Ze halen dan wel het bloed onder de nagels vandaan, maar dat dondert niet. Ópvallen is het belangrijkste doel van de reclamemakers. En dat zijn rare piepeltjes, hoor. Het interesseert ze geen moer hoe er op hun spotjes wordt gereageerd en beweren: ‘Het maakt niet uit hóe ze over je praten, áls ze maar over je praten.’
En praten over Den Helder doen de mensen nu. Op de dag dat het filmpje online komt, houden de medewerkers van City Marketing hun hart vast. Zou iedereen de humor en het cynisme wel begrijpen? Je moet echt lef hebben om jouw stad als oersaaie plek te presenteren. Alle zorgen verdwijnen binnen een dag. Het filmpje met antireclame gaat viraal op sociale media. De telefoon staat niet meer stil. “Het overtreft onze stoutste verwachtingen,” verklapt Stephan Wegman in het lokale radioprogramma Regio Noordkop Actueel. De kranten en de bijdehandjes van Hilversum hangen aan de lijn. Den Helder staat in één klap op de kaart. Lachen!
Ik vind dit zó inspirerend en zie gelijk nieuwe kansen: Ik wil antireclamemaker worden. Ik doe een poging:
Het decor: Een willekeurige, armoedige huiskamer in…? Laten we lukraak kiezen voor een verwaaide wijk in Den Helder. Doe eens gek. De familie Doorsnee ligt languit voor de buis. De Sterreclame begint. In beeld verschijnt een lijvige, norse vrouw. Type Ma Flodder. Ze draait het deksel van een pot pindakaas open van het merk Calvé. Ze ruikt aan de inhoud en trekt een gezicht alsof ze aan een rottend ratje ruikt. Ze smeert iets van de bruine smurrie op een boterham en neemt een hap. Ze sluit haar ogen en kreunt zachtjes tijdens het kauwen. Daarna zegt ze met een volle mond: “Als je niet beter wist, zou je zeggen dat je…tja, hoe moet ik dat uitleggen…aan een bammetje koeienvlaai zit te knagen. Maar ja, het is beter dan niks. We moeten het ermee doen. Bah!”
Den Helder! Here we come!!
JAAP VAN DEURZEN
P.S.