‘Zeg je dat nou om me te zieken?’ vraagt Blond met luide stem en wijd opengesperde ogen. Nog even en het luchtalarm gaat af. Ik doe een stap achteruit en kijk haar verbaasd aan. Ik ben de belichaamde onschuld. ‘Nee, natuurlijk niet. Ik wilde je verrassen met een lang weekendje Parijs. Een beetje rondbanjeren in die stad. Terrasje hier, wijntje daar. Gezellig. Lekker eten bij dat visrestaurant waar we toen waren, weet je nog? Ik vraag niet of je naar de maan wil, gewoon een paar dagen weg. Volgend jaar wordt het niks, want dan worden de Olympische Spelen in Parijs gehouden. Dan is alles ook twee keer zo duur.’
Ze kijkt me aan alsof ze water ziet branden en schudt haar hoofd.
‘Je doet het expres, hé? Jij weet ook wel dat die stad stijf staat van de bedwantsen. Dat zijn bedluizen, goochem, zuigende zombies, die leven van mensenbloed! Wil je me soms gek maken? Ben je wel goed bij je boluis? Je zit verdomme de hele dag met je snufferd in de krant. Dan heb je dat toch wel gelezen? Ze zitten daar overal! In hotelbedden! In de metro! In de stoelen van restaurants! Je wordt er kotsmisselijk van. En dan wil jij per se naar Parijs! Idioot!’ Het aantal decibellen stijgt. In Nigtevegt, vier kilometer verderop, sluiten mensen de ramen, er lijkt onweer op komst. ‘Ik doe het ook voor jou, hoor. Jij vindt het zo’n leuke stad!’ kweel ik quasi verontwaardigd. Exit Blond.
Als ze weer bij zinnen is gekomen, loopt ze de rest van de dag jeukend door het pand. Ik heb haar de kriebels bezorgd. Ze lijkt op een, uit zijn krachten gegroeide, blonde bonobo-aap met schurft. ‘Zouden ze hier óók in huis zitten?’ vraagt ze opeens in paniek. Weer die bolle ogen. ‘Ja, natuurlijk, die zitten overal, je komt er niet omheen,’ zeg ik luchtig. Ik ben over het algemeen een vriendelijk nieuwsboertje, maar ik heb ook een sadistisch trekje. ‘Het zijn net kakkerlakken, die stammen uit de tijd van de dinosaurussen. Die krijg je niet zomaar kapot. Ik zal je even een paar plaatjes laten zien.’ Exit Blond.
Bij het uitdelen van het uiterlijk heeft de bedwants niet echt vooraan gestaan. Mijn god, wat is dat beestje lelijk. Als ze nog niet hebben gegeten zijn ze ongeveer 5 millimeter lang, roodbruin en ovaalvormig. Als ze ’s nachts tien minuten lang uw bloed hebben liggen lurken, worden ze twee keer zo groot en hebben ze 100 tot 200% meer lichaamsgewicht. In het speeksel van bedwantsen zitten verschillende eiwitcomponenten. Als je wordt gebeten kun je allerlei allergische reacties krijgen. Je zit onder de rode vlekken die ontzettend kunnen jeuken.
In Frankrijk is de ectoparasiet cimex lectularius terug van weggeweest. De Fransen zijn helemaal over de rooie. De bestrijding van de bedwantsen, die daar punaises worden genoemd, is Chefsache geworden. Over minder dan een jaar worden er miljoenen gasten verwacht tijdens de Olympische Spelen. ‘Zullen we even wachten tot ze ook in úw kantoor zitten, voordat u actie onderneemt’ vraagt de linkse politica Mathilde Panot schuimbekkend aan minister-president Élisabeth Borne. De bedwants vult de talkshows en de voorpagina’s van de Franse kranten. De komst van die hordes bloedzuigende insecten heeft overigens niks te maken met verslechterde hygïene. De verklaring is simpel, we reizen veel meer dan vroeger en we nemen het diertje gewoon mee in onze bagage. Volgens een onderzoek van de Franse voedsel en warenautoriteit zou tussen 2017 en 2022 zo’n 10 procent van de huishoudens zijn geïnfecteerd. Ze zitten onder matrassen, in laden, achter het behang en in de holle ruimtes van wandcontactdozen. Overal waar een creditcard tussen past, kunnen bedwantsen wonen.
Blond stuitert inmiddels als een skippybal door het huis en is in blinde paniek laden en kasten aan het openrukken. De verdelger in haar wordt wakker. ‘Haal die bedden af!’ commandeert ze fel. Zur Befehl! Drie dagen is ze bezig. Elke kier, naad en zoom wordt onderzocht. De bedwants wordt niet gespot. Het huis is wel gesloopt.
Opeens gebeurt het. Het is 6 oktober 2023 om 9.11 uur in de ochtend. Ik zit nog aan de koffie. Opeens hoor ik een snerpende gil van boven. Blond krijst: ‘Ik heb er één gevonden!!’ Ik vlieg als een raket naar boven en zie een langgerekt insect langs de muur sluipen. Blond staat op de wc-bril en schreeuwt hysterisch tegen me dat ik het veel-potige monster moet vernietigen.
Gelukkig is het geen bedwants maar een onschuldig zilvervisje, het meest voorkomende insect in huis. Dat is óók geen schoonheid, maar het diertje zuigt in ieder geval geen mensenbloed. Het eet papier en karton. Ze worden zo genoemd vanwege hun visachtige vorm en hun zilvergrijze kleur. Ze zitten vaak op vochtige plekken in huis en doen verder geen kwaad. Probeer dat maar eens rustig aan Blond uit te leggen. Die heeft een pokkenhekel aan álle insecten.
Daar gaat ze weer. Voor ik het weet staat de hele woning vol driehoekige, kartonnen zilvervis-vallen. Elk gaatje wordt met kit dicht gemaakt. Kasten worden leeggeruimd. Potten en pannen krijgen een nieuwe plek. Ik kan al een tijdje het bestek niet meer vinden. Alles wordt grondig gereinigd. Voor het slapen gaan, wappert Blond een kwartier lang met de dekbedden op het balkon. Weer of geen weer.
Het is 17 oktober 2023 om 17.13 uur en we klinken de kelkjes tegen elkaar. Het is een gedenkwaardige dag. Ons huis is, voor zover we het kunnen overzien, bedwants -en zilvervisvrij. Hallelujah!
JAAP VAN DEURZEN