Jaap van Deurzen

SPREKER /  MEDIATRAINER /  DAGVOORZITTER.

BOEK & PRESENTATIE

mrt 3, 2024

De kogel is door de kerk. Het ei is gelegd. De baby is geboren. Mijn god, hoeveel malle metaforen heb je nodig om te verklappen dat de presentatie van mijn boek ‘Camera loopt’ afgelopen vrijdag een succes is geweest. Ik beloof u dat dit het laatste opstel is over mijn ‘boekie’. Aan de eindeloze bewieroking van de heer Jacobus van Deurzen moet maar eens een eind komen. Het boek ligt nu in de winkel. 

Het theater van de imposante boekhandel Donner in Rotterdam zit stampvol. Zo’n 140 mensen hebben de moeite genomen om van heinde en verre het vleesgeworden mirakel te aanschouwen: Moi! 

(Sorry, ik ga nog één keer vol op het orgel.)

Met een brede glimlach omhelzen Ahmed Aboutaleb en ik elkaar. We zijn twee dubbeltjes die kwartjes zijn geworden, zal hij later zeggen. Ik heb de burgemeester van Rotterdam als oud-collega van RTL-Nieuws gevraagd om het eerste exemplaar van ‘Camera loopt’ in ontvangst te nemen. 

May Meurs van uitgeverij Walburg Pers geeft me tijdens haar introductie de ene pluim na de andere. Dan is het mijn beurt. Mijn hart zit in mijn strot. Ik heb een praatje voorbereid waar ik tien minuten voor krijg, maar ik ga daar ver overheen. Dertig jaar lang ben ik als verslaggever van RTL Nieuws met mijn kop op de televisie geweest. Maar als privépersoon vind ik het verschrikkelijk om in de belangstelling te staan. Bibberend begin ik aan mijn speech en raak totaal de weg kwijt. Mijn lieve Blond zit op de eerste rij en ik zie haar denken: ‘Wat doet die mafkees nou?’ Ik spring van de hak op de tak. Ik sla zonder navigatie 27 zijstraten in en verdwaal in een labyrint van overbodige bijzinnen. Er is geen touw aan vast te knopen. Ahmed Aboutaleb glimlacht mild.

In de zaal zitten mensen die een belangrijke rol in mijn leven spelen. Mijn zoons Bob en Tim, die beiden een prachtig voorwoord in het boek hebben geschreven. Mijn hartsvrienden Robert en Nathalie zijn er. En ook mijn sympathieke schaakmaat Sybren. Er zijn trouwe lezers van mijn zondagse hersenspinsels, zoals Irma van Vliet, Nick Welschen en Pietje Pool. Elke week breit Pietje een gedichtje rond mijn column. Verzin het maar.

Ik zie mijn oude gabber, Koos de Groot. Hij heeft een markante kop. ‘Koos wat zijn we lelijk geworden. Als vloeken!’ Natuurlijk spreek ik op persoonlijke titel, want ik zie er niet uit, maar hij is een prachtkerel. 

Mijn vriend Ad van der Linden is er met zijn begeleidster Femke. Ad heeft een beperking en is een fenomenaal verzamelaar van handtekeningen van bekende Nederlanders. Zo zijn we in contact gekomen en gebleven. Wat een lieve man.

Er is een grote delegatie van mijn maten uit Weesp aanwezig. Later zullen ze me als een uitgerangeerde voetbalcoach jonassen. Hoeveel mazzel kun je hebben met zoveel prachtige mensen om je heen? Mijn Belgische collega Patrick van Gompel steekt de loftrompet over mijn vertelkunst. 

Daar staan ze, de helden. Cameraman Hans van der Klaauw, met wie ik in Afghanistan en Pakistan ronddool in de nasleep van 9/11. Met cameraman Peter van der Struijs stap ik in een minuscule onderzeeër, om samen met astronaut André Kuipers, de kapotte koraalriffen van Curaçao te bekijken. Met Gideon Elings versla ik de horror na de genocide in Rwanda. Ook geluidsman Robin Pillekers is er. Ik schiet bijna vol als ik onze trip naar Kroatië beschrijf. Die maken we samen met de gestorven Stan Storimans. We halen levensgevaarlijke fratsen uit en worden gearresteerd door Kroatische commando’s. Ze besluipen ons als we hun omstreden concentratiekamp staan te filmen. Een commando zet een geweer op Stans achterhoofd. Die draait zich om en zegt gortdroog: ‘Ook goeiemorgen!’ Fenomenaal. Het komt allemaal goed. Wat een avonturen hebben we in die dertig jaar beleefd.

Mijn vriend Johan de Boer praat na mijn chaotische speech de boel professioneel aan elkaar. Hij leidt het gesprek met de beste burgemeester van de wereld: Ahmed Aboutaleb. Johan levert een aanzienlijke bijdrage aan mijn boek. Elke keer zit ik stijf van de zenuwen als hij me na het lezen van een hoofdstuk belt: ‘Dit pik ik niet! Ik wil meer weten,’ roept hij bozig. “Wat deed het met jou? Maak het persoonlijk!” De Boer staat nog net niet met een trekker voor de deur. Ik gehoorzaam braaf en ga opnieuw aan de slag. Ik heb dat boek wel drie keer geschreven. Het wordt steeds beter. Ik zie Angelique Starreveld en de sympathieke politie-icoon Jan Struijs. Angelique zet me op het spoor van de chique uitgever Walburg Pers, die me op 2 februari 2023 dit berichtje stuurt: 

Beste Jaap,

‘Je boek is uitstekend geschreven en boeit van begin tot einde. We denken dat het goed bij ons past, we zouden het graag uitgeven. 

Walburg Pers/ Amsterdam University Press.

De rest is geschiedenis. Ik trek nog één keer grote schoenen aan en sluit af met een citaat uit het meesterwerk ‘De Avonden’ van Gerard van het Reve: 

‘Het is gezien en niet onopgemerkt gebleven.’        

 JAAP VAN DEURZEN

Camera loopt’  https://www.walburgpers.nl/nl/book/9789464562163/camera-loopt