Jaap van Deurzen

SPREKER /  MEDIATRAINER /  DAGVOORZITTER.

Bozbez & Bozzel

mei 16, 2021

De bozbezbozzel lijkt wat op

Een jenk, maar heeft een klein’re kop

Zijn poten staan steeds twee aan twee

Als eenmaal bij het stekelree

Hij hinnikt als een maliepaard,

En als het sneeuwt heeft hij een staart

Het absurdistische gedicht van Cees Buddingh spookt al uren door mijn kop. Ik weet ook niet waarom, want ik heb wel wat anders aan mijn hoofd. Ik ben in de badkamer uitgegleden over de kanariegele speelgoed-eend ‘Kwak’ van Blonds achternichtje. Met haar broertje vormt ze een beminnelijke twee-eiige tweeling. Het meisje heeft een prachtige bos vuurrood haar met een bijpassend temperament, dagelijks traint ze haar stembanden. De jongen laat zich de pis niet lauw laat maken. Bij elke aria kijkt hij zijn zingende zusje meewarig aan. Hij komt uit een familie van voetballers en je ziet hem dromen van doelpalen, ballen en grasmatten.

Ik ben met mijn teen verstrikt geraakt in de buik van ‘Kwak’, die in de badkamer woont. Het is een vrolijk ogende eend met een ‘waterhoofd’, maar daar lijdt hij niet onder. Sterker nog, die kop is zijn bestaansrecht. Via zijn open schedel giet de tweeling water naar binnen. Zodra de beide hersenkamers zijn gevuld opent Kwak zijn snavel en laat het water naar beneden kletteren. Kwaks buik bestaat uit twee blauwe schepraderen die het hersenvocht opvangen waarna de wielen piepend beginnen rond te draaien. De tweeling kraait van de pret. 

In kennelijke staat ben ik naar het toilet gegaan om een klein vat bier te lozen. U raadt het al. Ik verlies mijn evenwicht en schaats op ‘Kwak’ de badkamer in. De eend fungeert als een Friese doorloper. Ik bots met mijn linkeroogkas tegen het bedelende porseleinen handje waar ‘Zepie’ op rust. “Zepie’ schrikt zich te pletter en vlucht in blinde paniek weg en belandt onder mijn linkervoet waarna hij weer als een gladde, witte ijshockeypuck door het vertrek vliegt. Als een bier-zwanger zwijn knal ik tegen de grond. 

Opeens wordt het douchegordijn opzijgeschoven. Ik staar ik in de vast gevroren grimas van onze Pipo-premier Mark Rutte, die zegt: “Ik ga het radicaal anders aanpakken. De burger moet weer vertrouwen in me krijgen.” Gierend schuif ik het gordijn weer op zijn plek. ‘Kwak’ kwaakt als een malle van het lachen. Het geluid van zijn klepperende snavel echoot tegen de betegelde badkamermuur.

Enter: Minister Hugo de Jonge. Hij vraagt of ik zijn schoenen wil lenen. Het zijn peperdure, blauwwit gebloemde stappers van Mascolori uit Rotterdam. “Daar kun je echt niet mee uitglijden, hoor. Ik maak zelf sowieso weinig uitglijers. Ik had deze schoenen ook aan tijdens de bordeel-scene, ik stond toen pal naast WimLex,” gniffelt Hugo. “Dat heet de bordes-scene,” corrigeer ik hem vinnig. Ik krijg subiet een steek in mijn voet, want Kwak wil nog steeds niet loslaten en klepper-lacht maar door.

“Ja, joh, maakt allemaal niet uit, wat kan mij het schelen,” brult Huug bozig. “Ik heb die schoenen ook in het rood. Daar heb ik Pieter Omtzigt ooit nog een holpieper mee gegeven. Die Enschedese engerd speelt opeens hard to get en zit zogenaamd overspannen thuis. Let wel, van ons belastinggeld hè, want daar weet ie alles van. Die denkt dat hij de nieuwe polderpaus is, maar dat ben ik al! Ok, ik ben een domineeszoon, maar noem me gerust katholiek. Pieter is echt een kwalletje! Die zou ik graag eigenhandig een spuitje geven. Alle Christo’s zijn hem zat! Alleen Woppie Woepstra wil hem erbij houden, anders klettert die hele Bijbelse bende uit elkaar. Voor je het weet zitten we straks met een wijwater-variant van Thierry’s Forum-fiasco. Binnenkort gaan Pipo en Woppie op bedevaart naar Enschede. Als dat geen vuurwerk oplevert. Waarom heb jij eigenlijk een speelgoed-eend aan je voet zitten? Wat is dat voor een kekke schoen, die wil ik ook! En kun jij me ook nog even uitleggen wat een bozbezbozzel is?” 

Wanneer die staart zijn kop zou zijn,

Was hij precies een spieringzwijn

En als hij zeven staarten had,

Een kolossale kolbakrat

Nu lijkt hij nog het meest op 

Een jenk, maar met een klein’re kop

Blond schudt panisch aan mijn arm: “Hé, Jenk, wakker worden, je ligt te ijlen!” Druipend van het zweet ontwaak ik eindelijk uit mijn politieke nachtmerrie. 

JAAP VAN DEURZEN