Ik schrik me rot. Mijn intellectueel eigendom wordt gekloond! Een met kunstmatige intelligentie behepte Farizeeër fabriceert moeiteloos een stukje in mijn schrijfstijl. Ik kan wel janken. Ik heb altijd gedacht dat mijn columns ‘uniek’ waren. Dat ik na al die jaren het ambacht van verhaaltjes vertellen wel onder de knie had. In mijn megalomane dromen heb ik me altijd in het rijtje grootheden willen scharen zoals: Youpie (NRC) Bert Wagendorp (Volkskrant) of Nico Dijkshoorn (Parool). Dat zijn de meesters in het genre. Droom maar lekker door, Japie. Blond, mijn geliefde eindredacteur, knikt bevestigend en zegt vals: ‘Ja, het is wel een heel leuk stukkie van die robot.’ Als ik op het punt sta om haar te wurgen met een pianosnaar proest ze het uit: ‘Wel nee joh, het lijkt in de verste verte niet op wat jij doet. Ik sta je gewoon te stangen.’ Maar het is te laat, ik ben ontroostbaar. Ze kijkt me medelijdend aan en wiebelt uitnodigend met een kruik korenwijn. Het is mijn ultieme medicijn in donkere dagen. Nee dank je.
Het is misschien een schrale troost, maar waarschijnlijk komt elke schrijver wel een keertje aan de beurt. Volgens experts op het gebied van Artificial Intelligence. (AI) worden we straks links en rechts ingehaald door allerlei slimme robots. Die verzinnen misschien zelfs wel betere teksten. Wie zal het zeggen, de ontwikkelingen gaan oerend hard.
Vorige week werd ik nog belerend toegesproken door de robot ChatGPT na de publicatie van het verhaaltje ME &TOO op jaapvandeurzen.com. Mijn voorheen zo sympathieke oud-collega Robin Pillekers had die column aan de bot voorgelegd. Dat heb ik geweten. Big Tech zit me nu op de hielen. Deze week gaat mijn hondsbrutale ‘ex-vriend’ weer in de fout en schrijft: ‘Ik heb dit keer ChatGPT opdracht gegeven om jouw columns te lezen en jou als schrijver na te bootsen. Het kostte wat moeite, maar dit is het resultaat’:
‘De haringvangst dit jaar valt zó vies tegen, ik ben er misselijk van geworden! En dan te bedenken dat ik een echte haring liefhebber ben. Het voelt als een klap in mijn gezicht, als een scheepskabel die me vol in mijn gezicht slaat.’
(Ha, ha, twee keer ‘gezicht’ in één zin, lekker puh. Kinnesinne? Welnee! Die scheepskabel vind ik wel grappig! Pff, 1-0 voor die pokkenbot!
‘Maar wat doet Blond, mijn vrouw? Die zegt gewoon doodleuk: “Ach, stel je niet zo aan, Jaap. Je kunt toch gewoon iets anders eten?” “Iets anders eten?! Iets anders eten?!”
Het lijkt verdomme wel of ik een tekst zit te lezen van het ‘tussen-de-schuifdeuren-toneel’ voor demente bejaarden. Zie je me al staan schreeuwen met zo’n rooie kop, terwijl ik in mijn geblokte pantoffels schuimbekkend op Blond afstap en blaf: ‘Iets anders eten?! Die malle feuilleton gaat maar door.
‘Alsof dat mogelijk is wanneer je zo’n enorme craving hebt voor die heerlijke, vettige visjes. Wat moet ik nou, Blond? Jouw kippenpootjes gaan me echt niet helpen! En dan heb ik het nog niet eens gehad over de kwaliteit van die haringen. Ze zijn niet mals, ze zijn niet lekker, ze smaken als een geasfalteerde weg. Het is net alsof ze de haringen expres hebben gevangen op de dag dat ze allemaal een rothumeur hadden. En wiens schuld is dit? Het is de schuld van de vissers, het is de schuld van de zee, het is de schuld van het weer. Het is de schuld van alles en iedereen, behalve de mijne natuurlijk. Want ik heb er alles aan gedaan om de haringvangst tot een succes te maken, toch? Ik bedoel, ik heb erover gepraat, ik heb erover gedroomd, ik heb zelfs gebeden voor een goede vangst. En nu moet ik het maar opgeven en iets anders gaan eten. Ja hoor, schiet mij maar lek! Het is gewoon niet eerlijk. Ik wil gewoon mijn haringen terug!
Digitale Jaap
Maatjes met een rothumeur, die smaken naar een geasfalteerde weg? Tja. Wat een belediging voor mijn heerlijke clupea harengus. Moet ik me zorgen maken? Zal ik met dat gekrabbel stoppen? De Keukenhof is ook weer open. Opeens is er hoop. Mario van Zijl schrijft op Facebook:
‘Niet te doen die Digitale Jaap. Ontdaan van alle gevoel en logica. Ik wil de échte Jaap terug.
Ik zeg: Mario for President!
JAAP VAN DEURZEN