“Ja, pak hem! Bijt dan! Vuile graftak!” De in Amsterdam geboren visser Johan Struwe spreekt niet met meel in de mond. Hij is het type ruwe bolster, blanke pit. U kent ze wel, een reus van een vent met een stoppelbaardje, een paar eeltige jatten en een morsige pet op zijn kop. De hele dag door ademt hij door een cigarillo.
We zitten in zijn Orka Blackfish visboot. Op zijn Garmin Livescope én PS30 sonarsysteem heeft hij onderwater een gigantische meerval gespot. Hij laat een haak met een bundel kronkelende wormen voor de neus van het monster hangen. De vis begint er voorzichtig aan te nibbelen. Maar het is blijkbaar een schrander exemplaar met een visdiploma want de knoeperd heeft hem door. “Bekijk het maar met je wormen,” lijkt het beest te denken en zwemt weg. De ‘aanbeet’ is mislukt. Johan kan wel janken en zegt: “Meervallen zijn zo blind als een mol. Ze doen alles op de tast en geur. Als het aas groot is, kunnen ze het contrast in het water zien. Maar die smeerlappen zijn zó sluw. Ze gaan er eerst aan knabbelen en als ze het niet vertrouwen gaan ze er als een malle vandoor.”
Johan heeft me uitgenodigd om op jacht te gaan naar de grootste Europese zoetwatervis. Meervallen kunnen wel drie meter lang worden. In de Italiaanse rivier de Po wordt een gigant gevangen met een lengte van 278 cm en een gewicht van 144 kilo. Het Nederlandse record is in handen van Paul Breems die een meerval van 246 centimeter heeft opgevist. Johan zou zijn linkerpink aan de zeegod Triton willen offeren om zo’n beest binnen te hengelen. De maniakale fanaat heeft tot nog toe een exemplaar van ‘maar’ 209 centimeter aan de haak geslagen en blijft hunkeren naar een grotere prooi. Bijna dagelijks is hij voor dag en dauw op het water te vinden. Vaak in de rol van vis-gids voor betalende gasten die hebben geboekt bij zijn bedrijf Visgids Biesbosch.
Ik heb zelf ooit in Ierland staan hengelen met mijn oudste zoon Tim. We vangen visjes met de afmeting van een guppy. Daar is de lol snel vanaf. Een fanatieke visser word ik nooit. Mijn favoriete viswinkel bevindt zich op loopafstand van mijn huis in Weesp. Waarom zou ik gaan lopen klungelen met een hengel, ammenooitniet.
Maar dan gaat Johan helemaal los over de mythische roofvissen in de Biesbosch. Je hebt van die mensen die het zó beeldend kunnen vertellen dat je gelijk je biezen pakt om ze blindelings te volgen. Het jachtinstinct in mij ontwaakt. Opeens flitsen er beelden op mijn netvlies van de oude filmster Anthony Quinn in de rol van Santiago in de film: The Old Man and the Sea. De film uit 1990 is gebaseerd op de magistrale novelle van schrijver Ernest Hemingway. Santiago, die al tijden niets bijzonders heeft gevangen, trekt er op een dag op uit en vangt de grootste vis van zijn leven. De reusachtige zwaardvis sleurt zijn bootje de zee op. Een titanenstrijd begint en Santiago is de winnaar.
Ik zie mezelf al in Johans’ boot staan met zo’n vervloekte vaderlandse ‘anaconda’ aan de haak. Het kwijl druipt uit mijn bek. Ik laat alles uit mijn fikken vallen en race naar Werkendam. Stijf van de adrenaline ga ik naast hem zitten in de boot. Daar hangt een Yamaha-buitenboordmotor aan met de kracht van honderd Japanse paardjes. Opeens geeft Johan vol gas. De boot lijkt boven het water van de rivier de Amer te zweven. Gaan met die banaan! Mijn hart zit in mijn strot. Dit is fenomenaal!
Meervallen zijn volgens Johan honkvast en zwemmen altijd in de diepste delen van het water. Meestal hangen ze ’s nachts of in de ochtendschemering op ‘half water.’ Ze zijn dan nog aan het jagen. Vooral op vissen, maar de veelvraten vreten van alles. Meerkoeten staan hoog op de menukaart. Jammer genoeg staat er veel wind en drijven we met een snelheid van 3,5 kilometer per uur op de stroming. Er is geen beginnen aan. De monstrueuze meervallen willen niet bijten. Maar de sympathieke vis-gids heeft nog meer smaken. We vissen verder op baars, snoek en snoekbaars. Succes is gegarandeerd, belooft Johan.
Maar ja, hij heeft geen idee hoe onhandig ik ben. Even een werphengel uitwerpen klinkt makkelijker dan het is. Tenminste, voor mij. Ik doe een paar goed bedoelde pogingen en voel opeens mijn trui op mijn rug omhoogkomen. Ik weet niet hoe ik het heb geflikt maar ik heb mezelf aan de haak geslagen. Hoe klunzig kun je zijn? Gelukkig heeft Johan het niet gezien. Hij is in een wild gevecht verwikkeld met een grote snoekbaars. Maar hij is natuurlijk ook niet kippig en schrijft in zijn blog op viswereld.nl:
“Als een soort houthakker uit het Pleistoceen aan de speed rost Jaap de hengel zo hard op en neer dat de shads me af en toe om de oren vliegen! Helaas heb ik mijn verdovingsgeweer niet bij me, dus ik maan hem dan maar mondeling om alles wat subtieler te presenteren.”
Uiteindelijk krijg ik de smaak te pakken en vang een baars. Johan hengelt fluitend nog een snoek van bijna een meter uit het water. De dag vliegt voorbij. Het is een fantastisch avontuur dat ik van harte kan aanbevelen ondanks de nieuwe trofee die Johan heeft bedacht:
De ‘Jaap van Deurzen Award’, een prijs voor de lompste visser aller tijden.
JAAP VAN DEURZEN
https://visgidsbiesbosch.nl
https://viswereld.nl