Hulde aan alle doktersassistentes! Hulde aan Gerrie, Rochella en Stephanie uit Weesp. Hulde aan Fleur, onze lieve huisarts. Sympathiekere vrouwen zijn er op het westelijk halfrond niet te vinden. Zo, dat is eruit! Bent u afgelopen maand ‘De Dag van de Doktersassistente’ ook vergeten? Ja hè? Foei!
Onze huisarts brengt ons via een brief bruusk bij de les en verklapt dat het voorjaar helemaal in het teken staat van de doktersassistente! Want wie kan er nog zónder deze professionele poortwachters? Gerrie, Rochella en Stephanie liggen als de driekoppige hellehond Kerberos voor Fleurs’ medische tempel in Weesp. U kent die waakhond wel uit de Griekse mythologie. Hij zorgt ervoor dat de doden de onderwereld niet uitkomen.
(Oké, de vergelijking gaat een beetje mank, omdat de doodzieke patiënt natuurlijk bij de huisarts aanklopt om juist níet in die onderwereld te belanden. Tja, verwarrend.)
Wat doet een doktersassistent?
Goeie vraag. Ik heb geen idee. Ze is in ieder geval niet zomaar een ordinaire typemiep die afspraakjes noteert. Verre van. Eerlijk gezegd vallen de schellen me van de ogen. In de nieuwsbrief zien we een tekeningetje, waarop de taken van de assistentes grafisch zijn afgebeeld. Ik schrik me rot.
We zien een bloedende vinger, een injectiespuit, een thermometer, pillenstrips, oor-stokjes, pleisters en allerlei meetapparatuur. Doktersassistentes schijnen met die spullen uitstekend te kunnen jongleren. Nooit geweten. Gerrie, Rochella en Stephanie scheppen fluitend uw oren leeg, meten de bloeddruk en aderlaten u met bloedstollende precisie. Je kunt nog net niet bij ze terecht voor openhartchirurgie, maar het scheelt niet veel.
Als archeologen over driehonderd jaar dat tekeningetje opgraven, zullen ze zich wel verbazen over die merkwaardige hiëroglyfen. Hoogstwaarschijnlijk komen ze tot de conclusie dat huisartsenpraktijken ooit gevaarlijke martelcentra moeten zijn geweest. Maar ik dwaal af.
Gerrie, Rochella en Stephanie vormen de eerste horde op weg naar het heilige der heiligen van onze huisarts. Ze nemen eerst een invoelend kruisverhoor af: ‘Wat mankeert u, meneertje. U heeft pijn in de lies? Kunt u die pijn beschrijven? Hoe bedoelt u, er zwelt iets en er brandt iets? O, dat wilt u alleen tegen de dokter vertellen? Ook goed. Heeft u al een brandzalfje geprobeerd?’
Ik heb altijd het idee gehad dat mijn lichamelijke sores de dames niks aangaat. Waarschijnlijk ben ik in de veronderstelling geweest dat ze er niet voor door geleerd hebben. Maar ik sla de plank volkomen mis. Doktersassistentes wéten en doen veel meer dan u denkt.
Ik vraag me af hoe ze dat vroeger deden zónder doktersassistentes. Bij ons thuis konden we niet bellen, want we hadden geen telefoon. Je ging op de bonnefooi naar de huisarts. ’s Morgens vroeg wachtte je, met drieëntwintig andere snotneuzen, in de vrieskou voor de deur van dokter Does. Als je nog niet ziek was dan werd je het wel. Ik was een graatmager ventje met astmatische bronchitis en kreeg dertien keer een longontsteking. Die laten allemaal een littekentje achter. Een röntgenfoto van mijn longen ziet eruit als een stadskaart van Google Maps. Toen ik veertien was spoelde ik demonstratief al mijn medicijnen door de wc. ‘Nu is het afgelopen met die nonsens!’ hijgde ik heldhaftig. Binnen een half jaar had ik nergens last meer van en rende ik een halve marathon. Ik heb de huisarts nooit meer gezien. Maar ik dwaal af.
Terug naar Gerrie, Rochella en Stephanie. Die hebben hun handen vol gehad tijdens de coronapandemie. Het is de periode dat huisarts Fleur zich dagelijks in een beschermend plastic pak perst om op huisbezoek te gaan. Op een dag bel ik en eis op hoge toon een coronatest. Ik heb één keer gekucht en Blond jodelt van angst. Ze beschouwt me als een levensgevaarlijke besmettingsbron. Maar nondeju, er is in heel Weesp geen testsetje meer te vinden. Verontwaardigd gil ik tegen de onschuldige doktersassistente: ‘We zouden er toch alles aan doen om die ziekte niet verder te verspreiden? Ga dan als de wiedeweerga zo’n setje scoren in het ziekenhuis!’ ‘Nee hoor meneer, de dokter is morgen vrij. Maandag bent u de eerste, dan hebben we zelf ook weer nieuwe testen!’ lispelt de broodnuchtere assistente volkomen terecht.
Lieve Gerrie, Rochella en Stephanie, accepteer mijn virtuele zoenen, digitale bloemen, slingers, confetti en toeters en bellen. Jullie zijn absoluut onmisbaar!
JAAP VAN DEURZEN