‘Al draagt een aap een gouden ring, het is en blijft een leelijk ding. Fraaie kleederen en sieraden kunnen een leelijk mensch niet bevallig maken. Pracht en praal verheffen niemand tot den beschaafden stand.’ Nld.Wdb. 527. De zegswijze komt uit het latijn: simia est simia si aurea gestet insigni. ‘Een aap blijf een aap, ook al draagt hij gouden versierselen.’
Waarvan akte. Want daar sta ik dan voor de manshoge spiegel in mijn gehuurde smoking met bijpassend overhemd en pikzwarte plastic lakschoenen. We gaan naar een galavoorstelling in het Concertgebouw in Amsterdam en worden geacht ons aan de dresscode te houden. Dat betekent dus black tie voor de heren en een stijlvolle jurk voor de dames. Het is mijn nieuwjaarscadeau voor Blond.
Ze bekijkt me van onder tot boven en kraait: “Hé Tuxedo Jack, dat staat je wel kinky hoor!” Zonder het te weten, refereert ze aan de historische plek waar de smoking in Amerika groot is geworden. In Tuxedo-Park onder New York wordt rond 1880 een semi-formeel jasje opeens heel erg populair onder jonge mannen. De van oorsprong Britse smoking wordt het onofficiële uniform van de rijke ‘bon-vivant’ of de schelmse deugniet.’
Het verhaal gaat dat de Britse vreemdganger koning Albert Edward VII (1841-1910) de smoking in het uitgaansleven heeft geïntroduceerd. De keurig getrouwde, modebewuste Eddy is dol op vrouwen, gokken en zuipen. Zijn moeder, koningin Victoria, vindt het maar een flapdrol. Volgens haar is de kroonprins een aartsluie, seksverslaafde lapzwans die nooit de ideale heerser over haar imperium zal worden. Regeren wordt inderdaad nooit Edwards hobby. Hij is liever in Parijs waar hij in het beruchte bordeel Le Chabanais een eigen suite heeft met een koperen kuip. Die vult hij met champagne en prostituees en combineert op die manier twee van zijn lievelingsbezigheden. De speciaal voor hem ontworpen erotische stoel is legendarisch. Het levert hem de bijnaam ‘Dirty Bertie’ op.
Ik voel me in zijn ‘monkey-suit’ een kruising tussen Godzilla en Bubbles. Die laatste is de chimpansee van wijlen Michael Jackson. De legendarische muziekproducent Quincy Jones zei ooit over die aap: ‘Ik zat een keer bij hem aan tafel bij een huwelijk. Hij droeg een smoking en heeft perfecte tafelmanieren.’
Los van een paar hapjes hoef ik in het Concertgebouw gelukkig niet te eten in dit clownspak. Dat scheelt weer, want ik schrik me rot als ik de voorwaarden lees in het huurcontract, bijvoorbeeld over het shirt: ‘Als er vlekken opkomen die door onze stomerij niet meer op de reguliere manier te verwijderen zijn, bent u verplicht tot afname van het overhemd tegen de geldende verkoopprijs!’ Uitbundig zweten is ook uit den boze. Dat wordt nog wat, want ik ben een menselijk vergiet.
En wee je gebeente als je rode wijn gaat lopen kwijlen. Daar maak ik me echt zorgen over. Hooguit een kwartier zal ik voorzichtig met getuite lippen aan dat glas nippen. Bij kelk nummer vier keil ik die wijn naar binnen. En dan moet ik oppassen, want ik heb de neiging om half kachel met volle mond te gaan praten. Soms sta ik als een tuinslang te sproeien. Blond weet er alles van en staat altijd op gepaste afstand. Voor je het weet ziet ze eruit als een Dalmatiër met roodvonk.
“Ik zal je even laten zien wat ík aan zal trekken,” zegt ze met fonkelende oogjes. Even later zeilt ze de trap af in een zeegroene, zijdeachtige jurk van Yves Saint Laurent. Het maatje 36 heeft ze in het Gooise achterland op de kop getikt. Ook zij moet zich op het gala aan een dresscode houden, hoewel de regels voor vrouwen minder streng zijn. Die blonde ziet er fantastisch uit met haar prachtige pumps en leren clutch. (???) (Dat blijkt een kaboutertasje te zijn dat vrouwen in hun hand moeten houden.)
Ik duik op internet even in de mores van de gala-etiquette. Ik kom erachter dat ik een paar belangrijke rituelen ben vergeten. Zo heb ik nagelaten om Blond een blauwe brief met zilveren letters te sturen om haar uit te nodigen voor het festijn. Vervolgens stuurt ze mij een roze brief met gouden letters om me te inviteren op de thee. Als ze tijdens die seance verveeld een kurkdroog Mariakaakje naast mijn kopje legt, is het hoogtijd om af te druipen. Dat staat gelijk aan een kaakslag. Maar als ze er een stevige appeltaart bij serveert ben ik boven Jan en accepteert ze mijn uitnodiging. Als ik haar het bizarre verhaal vertel, kijkt ze me bezorgd aan en vraagt: “Heb jij al je medicijnen wel ingenomen, Kont?”
Want wat wil het geval? Ik heb haar op zijn boerenfluitjes uitgenodigd via een appje met de vraag: “Blond, heb jij zin om naar een gala te gaan?” Alsof ik het heb over een braderie in Klazienaveen, in plaats van een klassiek concert met wereldsterren. Weet ik veel. Blond strijkt de hand over haar hart en zegt dat ze van mij niets anders had verwacht. Ze is allang blij. Ik druk haar op het hart om die avond geen horloge te dragen, want dat is not done. Gezelligheid kent geen tijd tijdens een gala. Ik heb er zin in in.
JAAP VAN DEURZEN