Jaap van Deurzen

SPREKER /  MEDIATRAINER /  DAGVOORZITTER.

Dromen zijn bedrog. Toch?

jul 12, 2020

Heeft u er ook zo’n pesthekel aan? Zit je tijdens je vakantie op de camping eindelijk die bejubelde, vuistdikke roman te lezen, confronteert de schrijver je met zijn dromen. Die interesseren me geen bal! Dromen zijn bedrog. Ik wil een spannend verhaal en geen vreemde hersenspinsels waar geen touw aan vast te knopen is. 

Ik wil dus bij voorbaat mijn excuses maken voor dit stukje! Want ik kan het niet laten om U voor één keer met mijn nachtmerries te confronteren. U mag ook stoppen. 

Goed, U bent er nog, daar gaan we.  Opeens belt er gisteren een Neanderthaler bij ons aan. Hij heeft een kop zo plat als een vliegdekschip, kaken als een gorilla en korte, kromme poten. Alles is bedekt met haar. Vrouwlief Blond schrikt zich een rolberoerte, keilt de koekenpan met inhoud tegen het plafond en begint te hyperventileren. 

“Ik kijk wel even wat ie wil!” beef ik dapper en doe de deur open. “Nou jochie, dat is een mooi apenpak!” brul ik joviaal. In crisissituaties heb ik geleerd om altijd vriendelijk te blijven. Maar de aardig ogende Neanderthaler heeft helemaal geen pak aan en is volkomen naturel. Hij steekt een klauw uit en knijpt mijn jat plat en knort: “Krijiiiin”

“Hallo Krijn,” zeg ik tegen de menselijke primaat en hij begint te kreunen als een kikker. Ik versta er geen bal van, maar krijg de indruk dat hij eens een kijkje wil nemen in onze moderne maatschappij. 

Veertig duizend jaar geleden hielden zijn soortgenoten het voor gezien. Opeens waren ze weg! Foetsie. Uitgestorven. Volgens wetenschappers hadden ze op de valreep nog wel prettig seks gehad met de moderne homo sapiens. Niets menselijks was ze vreemd. Het genoom van de gemiddelde Europeaan of Aziaat bestaat nu voor 1 tot 4 procent uit DNA van de Neanderthalers.

Na het overwinnen van een trits ethische bezwaren en wat gefrutsel in een laboratorium, is het gelukt om het Neanderthaler-DNA te isoleren. Het is daarna bij een struise Weespse ingebracht. Het resultaat staat voor de deur: de Neanderthaler-kloon ‘Krijn.’ 

Opeens fietst er een blonde bakvis voorbij. Tegen haar vriendinnetje, die achter haar rijdt, roept ze: “Ik stuur je wel even een ‘Tikkie’!” Dat is geen bijster slimme opmerking als je naast een Neanderthaler staat met een knuppel zo groot als morgen de hele dag. Het meisje houdt een mobieltje in haar hand en ik sis tegen mijn behaarde vriend: 

“Kijk nou Krijn, die zit verdomme te appen op de fiets, dat is verboden, die mag straks 95 euro aftikken.” Voor mijn achterneef is dit waarschijnlijk net even een ‘tikkie’ te veel. Uit alle macht slaat hij een eend plat die nieuwsgierig aan wal is gewipt.

Gelijk duikt er een zwarte zeemeerman op uit het water. Hij heeft een gigantische blauwe staart op de plek van zijn benen en begint tegen Krijn te schreeuwen: “Hé, brulaap, ben je nou helemaal belazerd om die eend dood te meppen? Vuile galbak! Er is al ellende genoeg op de wereld. In Kopenhagen hebben ze op het beeld van De Kleine Zeemeermin: ‘Racistisk fisk’ gekalkt. Dat betekent ‘racistische vis.’ Maar ze moeten helemaal niet bij háár zijn maar bij Sneeuwwitje! Snappen jullie dan helemaal niks?! gilt hij en duikt weer onder water. 

Op de Kippenbrug staat een op Mozart lijkende man met geblondeerd haar. Hij heeft een bord in zijn handen waarop staat: “Geen cent naar Italië.” 

“Je moet een mondkapje op doen, idioot, anders besmet je anderen!” roept een geïrriteerde voorbijganger.

Een broodmagere koe waggelt traag langs de gracht en kijkt Krijn wazig aan en loeit hartverscheurend triest dat ze te weinig eiwitten binnenkrijgt. De pikzwarte kop van een gaper stuitert over de keien.

Krijn kijkt me met grote bolle ogen aan en schudt langzaam zijn apenkop. In wat voor waanzinnig zooitje ben ik nou terecht gekomen, zie ik hem denken. Opeens maakt hij zich als een malle uit de voeten en ik zie nog net zijn harige hol de hoek omgaan bij Achter het Vosje. 

Pas dan spreekt Blond de verlossende woorden: “Jaap!! Wakker worden! Koffie!”   

JAAP VAN DEURZEN