Jaap van Deurzen

SPREKER /  MEDIATRAINER /  DAGVOORZITTER.

Dutch & Reputatie

okt 11, 2020

Landgenoten! Wees gewaarschuwd! Ik sta op het punt om u oorverdovend hard te gaan beledigen. U kunt dus ook hier stoppen met lezen. Eigenwijs? Goed zo, daar gaan we: Ons volkje bestaat uit een stelletje lelijke, lompe, vieze, gierige, oversekste, hebzuchtige, drankzuchtige, bemoeizuchtige, blowende boerenpummels! 

Die komt even binnen, hè? Zeker als je weet dat ik het lijstje nog veel langer kan maken, maar er zijn grenzen. Gelukkig spreek ik wél in commissie, want IK beweer het niet maar de Engelsen en de Amerikanen. 

Het Engelse woord voor Nederlands is Dutch. Als alle Engelse uitdrukkingen, waar dat woordje Dutch in is verwerkt, een kern van waarheid bevatten krijg je last van plaatsvervangende schaamte. Want de damned Dutchman staat er in de Engelse taal niet florissant bij. We zijn een volk dat series scheten laat onder de dekens en daarmee een Dutch oven creëren.

Luctor et Emergo (Ik worstel en kom boven) mag dan één van onze heldhaftigste wapenspreuken zijn, maar voordat we aan dat amechtige gespartel naar boven beginnen hebben we wel eerst een flinke neut nodig om ons moed in te drinken en Dutch courage te krijgen. Probeer je eens voor te stellen wat we allemaal op moeten zuipen als er een groot leger voor de poort staat. Schreeuwen om je moeder is dan geen optie want geen mens over de grens verstaat ons, we spreken double Dutch, koeterwaals. 

(À propos: De Denen vergelijken onze gesproken taal met het geluid van een hongerige zeehond. Zeker als we met van die gapende gaten bij een haringkraam staan. Maar dat terzijde.)

Van alle Engelse uitdrukkingen waar Dutch in voorkomt heeft taaljournalist Gaston Dorren een vermakelijk boek gemaakt: ‘De Dutchionary,’ een woordspeling op het Engelse woord voor woordenboek: dictionary. Nu zijn er natuurlijk vreemde snoeshanen die normaal nooit een woordenboek van kaft tot kaft uitlezen, maar in dit geval raad ik u aan dat wél te doen. Want het is leuk en leerzaam. Ik viel van de ene verbazing in de andere en had geen idee dat er ruim vierhonderd, oude, nieuwe en tijdloze termen bestaan met het woord Dutch. 

Er is één troost. Veel van die termen hebben niets of heel weinig met ons land te maken. Het woord Dutch heeft in de loop van de tijd namelijk een ratjetoe van betekenissen gehad en sloeg ook op andere Europeanen. We leven in het West-Germaanse taalgebied en maakten destijds deel uit van het Duitse Rijk. In ons volkslied blèren we als malloten nog steeds uit volle borst: ‘Ben ik van Duitschen bloed’. Vind je het gek dat het voor de Engelsen allemaal één pot nat was, of het nou ging om Duutsch, Dietsch, of Niederdeutsch

Het begrip ‘Nederlands’ is, historisch gezien, nog relatief jong. Dutch was voor de Engelsen tot de achttiende eeuw ook gewoon de term voor ‘Duits.’ Pas toen de boedelscheiding tussen de Hun en de Hollander een feit was, gingen de Britten de taal van onze buren de German language noemen, Nederlands bleef Dutch. Pfff, we zijn eruit. Vrolijk word je er overigens niet van, want het is vooral Dutch als het niet deugt.

De Britten geven ons de volle laag met termen als: as drunk as a Dutchman, A Dutch salute (erectieen Dutch disease (Onze overschatte rijkdom vanwege de Groningse gasbel. Later werd het ook de uitdrukking voor het gigantische leger arbeidsongeschikten) 
Vrouwen komen er soms bekaaid vanaf met opmerkingen over hun Dutch Alps (kleine borsten) hun Dutch Butt Disease (dikke billen) of hun vermaledijde ‘Dutch cap’. (Pessarium)

Natuurlijk hebben ook wij boter op ons hoofd en doen we hetzelfde ten opzichte van andere nationaliteiten. Als we halfslachtig schoonmaken hebben we het over ‘de Franse slag,’ waarmee we suggereren dat de Fransen viespeuken zijn. We spreken over ‘turkenbakken’, ‘Spaans benauwd,’ ‘Poolse landdag,’ of Russisch roulette’. Ga zo maar door. 

“En toch, in sommige opzichten is Dutch wel degelijk een geval apart, zeker ook vanwege de oneindige hoeveelheid uitdrukkingen,” schrijft Gaston Dorren.  In ‘De Dutchionary’ staan alle termen nu keurig op een rijtje, dus leest en huivert! Ik ga een Dutch Windmill Cookie pakken, een speculaasje hoort erbij in deze tijd.

JAAP VAN DEURZEN 

DE DUTCHIONARY, woordenboek van al wat Dutch is. Gaston Dorren. Uitgeverij Pluim.