Jaap van Deurzen

SPREKER /  MEDIATRAINER /  DAGVOORZITTER.

Fiets & Fanaat

jul 4, 2021

Koos, Jaco, Jaap, Tim en Robert zijn mannen zonder baarden. Twee vaders, twee zoons en een neef. De jongste is 26 jaar, de oudste is 68. Eén idioot tikt meer dan honderd kilo aan en heeft een kunstknie, dat ben ik. Robert, mijn heerlijke hartsvriend, heeft een dwarslaesie. Koos, oud profvoetballer, heeft zo’n beetje alle operaties aan zijn knieën gehad die je kunt bedenken. Jaco is een charmant feestbeest en heeft een lever van gummi en de kracht van een Neanderthaler. Zoon Tim is een sportieve computernerd die zijn werkzame leven achter beeldschermen doorbrengt. 

Voor zover ik het kan inschatten is iedereen bij zijn volle verstand. Toch willen we alle vijf de Kaunertaler Gletsjer op fietsen in Tirol. De top ligt op 2750 meter hoogte en is bedekt met een dik pak lekkend ijs. Het is de zesde zwaarste bergklimming in Europa, een kwelling voor de benen. Maar Roberts benen zijn machteloos, de gigant fietst op armkracht in een ligfiets de berg op. 

“Dat moet ik dan ook kunnen, hè!’ blèr ik maanden van tevoren met veel bravoure tegen Blond. Ik blijf braaf biertjes drinken en tonnetjes haring leegvreten en zwel op als een zwangere pad. Thuis heb ik mijn wielrenfiets op een speciaal trainingsapparaat gezet en via bluetooth verbonden met mijn computer. Op deze simulator fiets ik fris en fruitig de berg op en doe de Kaunertal-rit zegge en schrijve drie keer. Kat in het bakkie. Blond komt af en toe kijken of ik nog leef en ziet de plas zweet onder mijn fiets liggen en zegt: “Dit is gekkenwerk, je bent veel te zwaar!” Toch kom ik virtueel boven. Ik kraai als een hardhorend haantje en giet als beloning vier flessen pils naar binnen. “Appeltje, eitje,” ijl ik voorbarig. “Ik ben met honderddrie kilo ook de Grand Ballon in de Vogezen op gefietst.”  

Er zijn waarschijnlijk mannen voor minder pikante uitspraken in een gesticht beland. Want hoe fenomenaal kun je jezelf overschatten. Deze beklimming in het hooggebergte van Oostenrijk is andere koek. ‘Wilde het oude, malle manneke zomaar even naar boven fietsen?’ hoor ik het Tiroolse serpent sissen in mijn droom. Sarcastisch gelach weerkaatst tegen de bergwanden. “Weet het seniele baasje dan niet dat het hoogste punt van de Grand Ballon op 1424 meter ligt, en dat hij in het Kaunertal bijna op die hoogte begint en zich daarna via vele haarspeldbochten nog zo’n 1000 meter op de pedalen omhoog moet pompen? Weet hij dat het zuurstofgehalte op die hoogte veel minder is en je hart meer werk moet verzetten om de spieren van zuurstof te voorzien? Nee hè?” Het is inderdaad een lacune in mijn wielerwijsheid. Hoogmoed komt voor de val. 

Het Kaunertal is betoverend. De geasfalteerde weg slingert tussen magistrale bergkammen omhoog. Halverwege de route ligt een schitterend stuwmeer. Ik pers mijn moddervette corpus in een te strak zittend tricotje en zet de helm op mijn eigenwijze harses. De tocht begint. Na pakweg twee kilometer gebeurt er iets vreemds. Ik kan mijn pedalen niet meer ronddraaien en ik kom geen meter verder. Mijn hart is op hol geslagen. Voor het eerst weet ik wat hyperventileren is. Ik hap als een vis op het droge naar lucht. Ik kom erachter dat zuurstof op deze hoogte maar mondjesmaat wordt geserveerd. Op mijn zolderkamer had ik daar totaal geen last van. 

Een voor een zie ik mijn maten, die goed getraind zijn, uit het zicht verdwijnen. Als laatste zie ik de massieve rug van Rooie Koos. Als een vorst fietst hij de berg op. Ik voel me tussen de reusachtige bergpieken nietig en klein. Met de moed der wanhoop fiets ik verder met zoonlief Tim, die op me heeft gewacht. Met vallen en opstaan bereik ik bekaf het stuwmeer. Ik heb in die ijle lucht mijn fysieke grens bereikt. Van de top droom ik nog even verder. Ik kijk omhoog en buig nederig mijn hoofd voor de goedlachse god van de gletsjer. Hij lacht ijstranen van pure pret.

JAAP VAN DEURZEN

PS: Op weg naar huis stoppen we in het Zwarte Woud en fietsen de Schauinstal-route. Gretig zuurstof happend schiet ik als een niet te stuiten steenbok de berg op en haal als een jodelende jekko de streep. Eind goed, al goed.