Jaap van Deurzen

SPREKER /  MEDIATRAINER /  DAGVOORZITTER.

Heilige & Jacobus

apr 17, 2022

Dit wordt een stichtelijk stukje. Het is tenslotte Pasen. Wees gerust Vrome Lezer, ik laat iedereen in zijn waarde, zelfs de leden van de ‘Kerk van het Vliegende Spaghettimonster.’ De pastafari’s dragen een vergiet op hun hoofd en geloven dat het hiernamaals bestaat uit een paradijs met biervulkanen en een onuitputtelijke bron van strippers. Tja.

Ik spot niet met religie omdat ik al heel mijn leven lang het gevoel heb dat ik word beroerd door de vinger Gods. Kent u die plafondschildering van Michelangelo in de Sixtijnse kapel in Rome? De Schepper reikt daarin zijn vinger naar de wijsvinger van Adam, die hij net uit een klomp klei heeft geboetseerd. Zijn goddelijke Likkepot fungeert als startkabel. Via een vonk zal hij Adje tot leven wekken. Michelangelo houdt wel van een cliffhanger, want die twee handen raken elkaar al eeuwen niet. Zo ervaar ik dat nou zelf ook. Elke keer dat ik ‘goddelijk word beroerd’, ontstaat er, op de een of andere manier, kortsluiting. 

Ik ga even terug naar de jaren vijftig. Ons armetierige woonkamertje in Rotterdam-Zuid staat blauw van de rook. Want zo gaat dat in die tijd, iedereen rookt passief mee met mijn pa. Die haalt adem door een ‘Gladde Steen’, want zo noemt hij zijn Gladestone sigaretten. Onze oude buizen-tv staat aan. We kijken naar zwart-wit beelden van het interieur van de Sint-Pieterskerk in Rome.  

Opeens zien we de regerende kerkvorst Johannes XXIII voorbijglijden. Hij zit op een stoel die op de schouders van zes mannen wordt binnengedragen. De olijke paus zit erbij als een goedgemutste tuinkabouter en zwaait naar de kardinalen onder hem. En dan gebeurt het. Het lijkt alsof achter mij de dieselmotor van een antieke tractor aanslaat en pruttelend op gang komt. Mijn vader begint te grommen. Eerst binnensmonds, maar van lieverlee wordt het gebrom luider en eindigt in een catharsis: ‘Godgloeiende, g..e., kijk die vieze, vuile, vette …’  Ik zal u de rest van zijn blasfemische geblaf besparen. U raadt het al, mijn vader is een rabiate atheïst. Zodra hij de zalvende, dikke dwerg ziet, begint hij te schuimbekken. De afkeer van het christelijke geloof krijg ik met de paplepel ingegoten. Als volwassene lig ik er niet wakker van. Maar de Voorzienigheid maakt zich blijkbaar wél zorgen over mijn zielenroerselen. 

Zo bezoek ik, op aanraden van een vriendin, een helderziende, die mij van een slaapprobleempje af kan helpen. Ik geloof er niet in, maar goed, niet geschoten is altijd mis. Als ik tegenover die knul op de bank ga zitten slaat hij verschrikt de hand voor zijn mond en gilt met opengesperde ogen: ‘Ach jee! U zet zich wel héél erg af tegen het geloof, hè?’ Ik ben totaal verbijsterd en vraag: ‘Hoe weet jíj́ dat?’ En hij antwoordt: ‘Ik wéét het niet. Ik zíe het! In uw aura. Er zitten vier monniken aan uw rechterschouder te sjorren, maar die krijgen geen contact met u.’ Het wordt een kort bezoek. 

Oké, nog één? Tijdens een maandenlange rondreis door Amerika sta ik samen met een vriendin te liften. Student Larry rijdt voorbij en negeert ons. Maar opeens hoort hij in zijn hoofd de stem van de heer J.C., geboren in een stal te Bethlehem: ‘Hé lummel, die mensen hebben hulp nodig, draai als de sodemieter om!’ Larry sjeest terug en neemt ons mee. In zijn studentenkamer vertelt hij dat hij ooit verslaafd is geweest aan drank en drugs. De heer J.C. heeft hem gered. Ik hang aan zijn lippen, want ik ben zelf ook geen lieverdje. Opeens roept hij: “Djeep, let’s pray!’ Ik ben half in trance en sta op het punt om te knielen en mijn handjes te vouwen. Maar in een ooghoek zie ik opeens mijn vriendin huilend van het lachen over Larry’s bed rollen. Kortsluiting! 

Onlangs krijg ik het boekje: ‘A Love Story’ met de vraag: ‘Wie heeft jou het leven gegeven!?’ ‘Jezus!’ Deze week ontvang ik, uit het niets, een brief met een uitnodiging om ergens Christus’ dood te komen vieren. Ik biecht mijn verhalen op aan Blond, die bedenkelijk naar de kruik korenwijn kijkt. Hoofdschuddend schenkt ze in en zegt: ‘Oké, Heilige Jacobus, nog eentje dan, daarna gaan we weer kappen, hè? Prettig Pasen enne dankie voor die bloeme!’ 

JAAP VAN DEURZEN