*“The falling leaves drift by my window

The autumn leaves of red and gold…

Doe even uw ogen dicht. Hoort u de beroemde melodie van de Hongaarse componist Joseph Kosma? Herkent u de melancholische tekst over die verloren liefde? Het oorspronkelijke liedje heet: Les feuilles mortes. (De dode bladeren) en is geschreven door de Fransman Jacques Prevert. 

In de Engelse vertaling muteert het chanson in de briljante jazz-klassieker: Autumn LeavesHet is mijn lievelingsnummer waar ontelbare versies van bestaan. Mijn favoriete vertolkingen zijn die van trompettist Miles Davis en zangeres Eva Cassidy. Ze zingt het lied vlak voor haar te vroege dood in 1996. Elke keer weer stromen de tranen over mijn wangen: 

*But I miss you most of all my darling

When autumn leaves start to fall

De herfst maakt veel los. Wist u dat het wemelt van weemoedige herfstspreuken? ‘De herfst is een tweede lente, waarin elk blad een bloem wordt.’ ‘Kom, ga mee, dan gaan we samen de herfst omhelzen.” Die laatste spreuk wordt door vrouwlief Blond iets té letterlijk genomen.

Ga even zitten, want dit wordt een thriller. Het is 13.42 uur als Blond op haar e-bike stapt in ons mooie vestingstadje Weesp. Het is bewolkt maar wel droog. Er waait een stevige wind. Bij groenteman Appelkoontje sjokt een bejaarde vrouw met een rollator de winkel in. Voor de deur van bakker Muhl staan vier bakfietsen vol met helblonde peutertjes geparkeerd. Boven de stad is geen drone te zien. Alles is pais en vree. Blond gaat fris en fruitig op pad om bloemen te kopen. Haar versnelling staat op standje ‘sport’. Ze rolt als de brandweer langs de gracht. 

Bij Abcoude fiets ik zelf op mijn racefiets tegen de wind in. De polder ligt er prachtig bij. De bomen langs het fietspad hebben de mooiste kleuren. (‘In de herfst geven de bomen een laatste show, alsof ze ons willen bedanken voor de zomer.’) 

Blond slaat de hoek om en rijdt het Buitenveer op. Bloemenhandel Bloem en Bloem komt in zicht. (U hoort nu onheilspellende muziek op de achtergrond.)  Ze stuurt haar fiets de stoep op die bedekt ligt met een dikke laag spekgladde herfstbladeren. Voelt u hem aankomen? Zij niet. 

(U hoort nu honderdtweeëndertig meedogenloze paukenslagen, boem, boem, boem!) 

Opeens glijden de fietswielen onder haar vandaan. Ze knalt met haar mooie hoofd keihard tegen de stoeprand. Het licht gaat uit maar het gaat gelukkig gelijk weer aan. Ze draagt geen helm. Ze draagt g é é n helm!! Nog hoor ik haar verontwaardigde reactie als ik haar smeek om er een op te zetten: “Ammenooitniet! Ik zie er niet uit met zo’n stom ding op m’n kop. Het is ook niet goed voor m’n haar.”

Geloof me, ze ziet er nu ook niet uit. Haar haren hangen er na de snoekduik in die kletsnatte herfstbladeren bij als een rafelige Spaanse mop. Ze lijkt op een amateurbokser die net uit de ring is gestapt na een potje matten met kickbokser Badr Hari, die ook een slechte haardag heeft. Ze heeft een bult op haar rechteroogkas zo groot als morgen de hele dag die zo’n beetje alle herfstkleuren heeft. Haar sleutelbeen is gebroken en ze heeft een lichte hersenschudding.  

Haar spullen liggen her en der verspreid op straat. Maar oh, wat heeft ze ontzettend veel geluk gehad. Een behulpzame buurtbewoner ontfermt zich over haar fiets. Hij kijkt in haar ogen en vraagt of ze tot tien wil tellen. Ze staart hem aan alsof hij een giga grote kikker is en tuit in een reflex haar lippen. Dan valt het kwartje en mompelt ze half bewusteloos: “Een, twee, drie…” Ze is nog goed bij zinnen. Joepie!

Een omstander belt een ambulance. De ziekenwagen is er binnen zeven minuten. In het Tergooi ziekenhuis in Hilversum stapt ze in een warm bad vol liefde en zorg. Welke randdebielen hebben gezegd dat er in ruil voor raketten flink bezuinigd moet worden op de zorg? Verpleegkundigen zijn onmisbare, in het wit geklede engelen.

Na de behandeling belt Blond me op. Ik hap bij de lokale visboer net in een broodje paling. “Even niet lollig gaan doen,” gromt ze waarschuwend. “Ik lig in het ziekenhuis. Ik ben gevallen met mijn fiets. Kom je me snel halen?” Ik schrik me rot en trotseer alle flitspalen. 

Als een hoopje ellende zit ze in de receptie van de afdeling spoedeisende hulp. Haar rechterslaap is pikzwart. Haar arm hangt in een mitella. Liefde is: Je bek houden en geen grappen maken. Thuis zit ze als een verkreukeld herfstblad op ‘mijn’ stoel en vaardigt orders uit. Doe dit! Doe dat! Ik ben afwisselend haar verpleger, kok, of zielenherder. Dat is een dagtaak. Opeens rolt er traan uit haar linkeroog en fluistert ze zachtjes: “Ik zal snel een helm kopen.” Op de achtergrond hoor ik weer die prachtige melodie:

**But I miss you most of all my darling

When autumn leaves start to fall…

JAAP VAN DEURZEN

*De vallende bladeren zweven voor mijn raam

De herfstbladeren zijn rood en goudkleurig

**Maar lieverd ik mis je het meest

Als de herfstbladeren beginnen te vallen..