Jaap van Deurzen

SPREKER /  MEDIATRAINER /  DAGVOORZITTER.

Hoesten & Proesten

jun 26, 2022

Daar is ie dan: Het Severe Acute Respiratory Syndrome coronavirus-2, Omikron, subvariant BA.5. Lange tijd gaat hij aan ons huisje voorbij. Vorige week forceert hij de poort en sluipt als een dief in de nacht mijn lijfje in. Een zakelijke relatie heeft me vooraf nog netjes gebeld om te zeggen dat hij na onze ontmoeting positief is getest. Dank vent! Maar ik voel helemaal niks en fietst fluitend 65 kilometer op mijn racefiets door de prachtige polders. Holadiee!

De volgende dag lijkt het alsof ik door 40 criminele jongeren uit een Parijse banlieu met honkbalknuppels ben bewerkt. Ik heb nooit geweten dat een mens zoveel spieren heeft, die ook allemaal pijn kunnen doen. Ik lig als een uitgeteld, oud gebakje met koorts op bed. Op het doorweekte matras bestaat groot gevaar voor aquaplanning.

Blond en ik hebben het geluk dat we de beschikking hebben over twee verdiepingen. Ik vertoef tijdens mijn quarantaine boven in de ‘werk-alias snurkkamer’. Ik ben een gevangene in mijn eigen huis. Dit overvalt me verdomme aan het begin van het haringseizoen. Voor mij is het dan van levensbelang om het visoliepeil zo hoog mogelijk te houden. Ik voel me anno 2022 een onfortuinlijke kloon van Hugo de Groot, die ter eeuwige gevangenisse is veroordeeld. Ik ben zó zielig, want ik heb ook geen boekenkist waarin ik naar de visboer kan ontsnappen. Mijn God, hoe pathetisch kunnen mannen toch reageren op een beetje tegenslag. Denk even aan al die mensen die niet zo groot behuisd zijn. Man, man, man! 

Blond is ervan overtuigd dat ze straks ook aan de beurt is. Als dit aan het begin van de coronapandemie was gebeurd zou ze gillend naar Lobith zijn gelopen. Maar ook zij is er inmiddels veel rustiger onder. Ze sluipt wel als zuster Clivia met een mondkapje door het pand. Het voedsel dat ze voor me prepareert zou ze met gemak door het kattenluikje van de deur kunnen proppen, maar dat doet ze niet. Door een kier overhandigt ze me met gestrekte arm mijn bammetjes, piepers en groentjes. Soms verschoont ze mijn kletsnatte dekbedovertrekken. Als mixed martial arts-­vechters sluipen we dan in mijn luxe kooi om elkaar heen. Je hoeft de kat niet op het spek te binden. 

‘Wel uit mijn buurt blijven, hè,’ gebiedt ze streng. ‘Ja, hallo, zal ik me dan maar gelijk verhangen aan die balk?’ zeg ik sarcastisch en wijs naar boven. ‘Ik ben hier het slachtoffer, hè.’ Als ik ziek ben kan ik echt onuitstaanbaar zijn. ‘Ach, Japie! Nee, natuurlijk niet!’ antwoordt ze en die lieve, lichtblauwe ogen lopen vol water. Een traan trekt een mascaraspoor over haar wang en wordt opgezogen door het mondmasker. Ik wil haar omhelzen, maar dat is geen goed plan. 

Bij wijze van straf krijg ik die nacht gelijk een verschrikkelijke koortsdroom. Ik zie Blond, geheel gehuld in een strak zittende, zwarte latex-jurk dreigend de trap op komen met een dienblad. Daarop liggen twee haringen en een vlijmscherp vismes. Haar oogleden zitten onder een dikke laag pikzwarte schmink, waardoor ze lijkt op iemand uit de Gothic subcultuur. Opeens staat ze voor de deur en krijst: 

‘Gefangene siebzehn, zwölf, neunzehnhundertzweiundfünfzig, das Fressen ist da! Dreckschwein!‘

Ik schrik wakker. Mijn hart zit in mijn strot. Maar ik ben geradbraakt en sukkel in slaap en droom weer verder. Ik zie mezelf uit bed strompelen en mijn oor tegen de deur leggen. Het is oorverdovend stil. Opeens hoor ik die onmiskenbare, gorgelende start van Blonds bulderlach. Dat gebeurt als ze zichzelf uitermate geestig vindt. Ik kan haar niet zien maar ik weet precies wat er gaande is. Haar bovenlichaam wordt slap en valt naar voren. Ze wil haar knieën kruisen om niet in haar broek te plassen, maar dat lukt niet, want die latexjurk zit te strak. Het is een zo’n aandoenlijk gezicht. Ik hoor een aanzwellend, fluitend geluid. Het lijkt alsof er een cilinder lachgas uit haar lichaam ontsnapt. Opeens is daar die bevrijdende catharsis: ‘Whraaaaaa!!!!!’ Slapen lukt niet meer die nacht. Maar het komt goed.

Ik ben inmiddels een week verder en ik ben weer helemaal het mannetje. Geloof me, corona-kameraden, alleen humor houdt een mens op de been. Blijf in vredesnaam lachen!

JAAP VAN DEURZEN