Jaap van Deurzen

SPREKER /  MEDIATRAINER /  DAGVOORZITTER.

Kleding & Smaak

feb 14, 2021

“Ik gá-zó-níet-mét-jóu-óver-stráát,” roept vrouwlief Blond op een boze staccatotoon. Het hoge woord is eruit. We staan beneden in de hal om te vertrekken en ze kijkt me aan alsof ik een enge alien ben. Haar blik, waarin medelijden en afschuw elkaar afwisselen, glijdt misprijzend van boven naar beneden. Ik kijk in de manshoge spiegel van de kledingkast en begrijp wat ze bedoelt. Ik kan zo onder een brug in Parijs. Ik ben ongeschoren en heb een wijd hangende, vormeloze, katoenen broek aan. Die is waarschijnlijk onder barre omstandigheden bij elkaar genaaid in een onherbergzaam gehucht in Pakistan. Ik woon in die broek, want ik houd van een ruime ballenbak. 

Blond heeft beloofd de drollenvanger ritueel te verbranden als ik nog één keer in mijn kruis grijp. Daar heb ik tijdens het bankhangen een handje van als ik die loszittende zak aan heb. Ik doe dat overigens volkomen onbewust. Volgens gedragswetenschapper Vanessa Edwards, die gespecialiseerd is in lichaamstaal, ben ik niet de enige. “Mannen willen op die manier hun geslacht beschermen tegen onverwachte gebeurtenissen.” 

Inderdaad, zelfs voor de treurbuis ben je niet veilig. 

“Wanneer je jezelf op een niet-erotische manier aanraakt komt de kalmerende stof oxytocine vrij,” vervolgt Edwards. Dat gebeurt ook als je aan je scheenbeen zit, maar in veel mindere mate. Onze mannelijke voorouders grepen zichzelf ook al stevig bij de ballen als ze tegenover een vijand stonden, denk maar aan die oorlogsdansen in verre landen. Maar ik dwaal af. Terug naar de plunje die ik aan heb.

Een vaal verwassen overhemd, waar in het midden een knoop van ontbreekt, hangt als een jute zak om mijn karkas. Ik draag blauwwit gestreepte badslippers van Blokker. Daar zitten kleine spikkeltjes verf op want we hebben net de woonkamer geschilderd. Mijn zilverblonde haar, dat al maanden niet meer is geknipt, staat als een wilde bos op mijn schedel. Het is alsof ik door een windtunnel ben gelopen. Ik lijk op het verwaarloosde neefje van Boris Johnson.    

Blond heeft een punt, er zijn mannen om minder zware redenen in een dwangbuis naar een gesticht afgevoerd.  

“Hé Valentijn, ik zou je zo om je nek vliegen, je ziet er zo lekker uit, maar niet heus,” zegt ze cynisch en wijst gebiedend met haar vinger omhoog: “Trek even iets behoorlijks aan!” Zoals altijd loopt ze er zelf keurig bij. Die brengt de vuilniszak nog in een galajurk naar de schuur. 

Vanwege de langdurige eenzame opsluiting maak ik me steeds minder druk over wat ik thuis aan heb. Niet dat ik in het pre-corona tijdperk in Armani-pakken door het pand paradeerde, maar toen kwam ik nog eens ergens en lette ik op, nu zit ik opgesloten. Die houding van ‘ach laat maar, wat kan mij het schelen’ is helemaal fout, doceert de zichzelf ‘stylistoloog’ noemende Manon Meijers. 

Ze verdiept zich al jaren in ons gedrag ten opzichte van kleding en de impact die het op ons en onze omgeving heeft. “Kleding is pure psychologie,” beweert Manon. ”Het is eigenlijk absurd dat we na ons veterstrikdiploma, er op geen enkel ander moment in ons leven écht iets over leren. Het is namelijk een middel wat je dagelijks in kunt en móet zetten. Je niet kleden en naakt over straat gaan, is namelijk strafbaar.” Zo’n naaktgang zou ik zelf wel toejuichen. Zeker als ik de dagelijkse gevechtshandelingen zie die Blond voor de spiegel uitvoert, onder het roepen van oorlogskreten als: “Ik heb helemaal niks om aan te trekken.” Was het maar waar; helaas zijn we de enige diersoort die zich dagelijks in lappen hult. Afgezien natuurlijk van nuffige poedels, die door hun baasjes in Fashion Pet Bontjassen worden gehesen omdat het buiten vier graden vriest.

Kleed jezelf dus ‘gelukkig’, is het advies, een gentleman komt ook thuis stijlvol voor de dag, roepen de modespecialisten in koor. Voor je het weet sluip je totaal verslonst door je hut. In een modeblad lees ik dat een hoodie voor thuis een absoluut must-have item is, lekker basic en easy. Je kunt er zonder schaamte zelfs nog een rondje mee gaan wandelen. Jottem! 

Als een gladgeschoren heertje kom ik keurig gekleed weer naar beneden. Ik beloof Blond beterschap, maar voor het eerst ben ik zó blij dat de kledingwinkels dicht zijn.  

JAAP VAN DEURZEN