Jawel, daar is uw pientere reporter weer. Dit keer met de fonkelnieuwe rubriek: ‘Dierennieuws! Breaking!’ Ik raad u aan om deze kroniek niet aan uw kroost te laten zien. Dit verhaal is niet geschikt voor tere zieltjes. Kijk bijvoorbeeld eens naar de nieuwskop van ABC Australia:
‘MAN BIJT KROKODIL!’
“De Australische veehouder Colin Deveraux heeft, naar eigen zeggen, een aanval van een krokodil overleefd door zelf zijn tanden in het reptiel te zetten.”
“Ammehoela, Japie, maak dat de kat maar wijs, dit is een verhaaltje uit de Fabeltjeskrant,” hoor ik u brommen. “Het is dan wel komkommertijd, maar je kunt ook overdrijven.”
Het lijkt inderdaad alsof de Australiërs de makers van de Vlaamse televisieserie ‘Man bijt hond’ na-apen. De Belgen hebben die naam ooit in een balorige bui verzonnen omdat ‘Hond bijt man’ nauwelijks nieuwswaarde heeft. Als je de woorden omdraait, wordt de fantasie wél geprikkeld. Net als met dit krokodillen-epos.
Uw wakkere verslaggever gaat op onderzoek uit. Ik kom erachter dat er tóch een kern van waarheid in het verhaal zit. Veeboer Colin Deveraux heeft namelijk een maand lang met flinke bijtwonden in het ziekenhuis gelegen. Zijn relaas klinkt als een spannend hoofdstuk uit Jurassic Park.
Tijdens een inspectie van de hekken bij de Finniss-rivier in het noorden van Australië komt Colin in een drassig gebied terecht. Het wemelt er van de krokodillen. Deveraux: “Ik zette twee stappen in het water en die rotzak beet zich opeens vast in mijn rechtervoet. Hij schudde me heen en weer als een pop en trok me de plomp in. Ik gaf hem met mijn vrije been een trap in zijn lende, maar daar lag ie niet van wakker. Op een gegeven moment lukte het me om mijn tanden in zijn ooglid te zetten. Ik beet me vast en het leek alsof ik een stuk leer in mijn mond had. Ik begon eraan te rukken en toen liet hij los.” Colin ziet kans om met zijn bloedende been naar het ziekenhuis te rijden en alles komt uiteindelijk goed.
Ik denk gelijk terug aan de Olympische Spelen in Australië in het jaar 2000. Ik ben in Sydney om verslag te doen voor het RTL Nieuws. Na de spelen houd ik samen met collega’s twee weken vakantie in Down under. Australië ligt nu eenmaal niet naast de deur. We reizen naar Cape Tribulation aan de noordoostkust en komen aan bij de jachtvelden van Salty. Dat is de koosnaam van de zoutwaterkrokodil. Het reptiel is de grootste in zijn soort en is net zo dodelijk als een witte haai met een slecht humeur.
Ik schrik me een rolberoerte als we het strand oplopen. Overal staan er borden met de tekst: ‘Beware of crocodiles!’ (Kijk uit voor krokodillen) “Joh, wij lopen veel sneller op onze crocs,” bluf ik tegen mijn collega’s. Google staat in 2000 nog in de kinderschoenen. Even snel opzoeken hoe hard een zoutwaterkrokodil kan rennen is er niet bij. Wat blijkt? Het monster kan een snelheid van zeventien kilometer per uur halen en had ons dus gewoon als tussendoortje op kunnen vreten. De schrik slaat me een kwart eeuw later alsnog om het hart. Snel door met de rubriek:
Positief Dierennieuws:
“De voorspelde muggenoverlast voor deze zomer is er niet gekomen. Ook al was het recordwarm en extreem nat. Er zou een muggenarmageddon komen. Maar het is een volstrekt normaal muggenjaar,” jubelt medisch entomoloog Bart Knols in de krant.
Blond hangt spontaan de slingers op. Ze haat insecten. Als een wesp haar comfort zone binnendringt, doet ze een wilde indianendans. Ik ben inmiddels gewend geraakt aan die gedragsgestoorde choreografie en schrik er niet meer van. Een bejaarde buurvrouw stak vorige week bijna de moord in een moorkop na zo’n klapwiekende danse macabre op ons terras.
Blonds’ jacht op een eenzame mug kan ‘s nachts uren duren. “Ze moeten me altijd hebben, want ik heb zoet bloed,” kermt ze wanhopig. Maar dat is een broodje-aapverhaal, want dat bestaat niet. Wat wél klopt, is dat muggen voorkeuren hebben als het op bloedprikken aankomt. De één is dus vaker de sjaak dan de ander. In ons geval is dat Blond.
“Het verschil zit in ons unieke geurprofiel. Dat bestaat uit stoffen die we afgeven door de huid. Dat zijn er meer dan driehonderd,” zegt insectendeskundige Bart Knols. “Die stoffen gaan weer een relatie aan met de bacteriën op ons lichaam en zo krijgt iedereen zijn eigen ‘geurafdruk’.”
Ik ben ervan overtuigd dat mijn geurprofiel wordt gekenmerkt door de consumptie van zevenhonderd haringen per jaar. Die hoeveelheid gevinde vrindjes krijgt Blond niet door haar strot. Ik zeg: houden zo, meisje!
Ik sluit af met de rubriek: ‘Gevoelig Dierennieuws.’
Als zwemster Sharon van Rouwendaal goud wint na tien kilometer zwemmen in de Seine, rollen de tranen over haar wangen. Ze laat op tv de getatoeëerde pootafdruk van haar hondje Rio zien aan de binnenkant van haar rechterpols. Ze kocht de pup na het behalen van haar olympische titel in Rio de Janeiro. Het pluizige dwergkeeshondje sterft in mei dit jaar. Sharon draagt de gouden plak op aan Rio en bezweert tijdens haar race steun van hem te hebben gekregen vanuit de hondenhemel. “Hij was onderweg wel bij me, ja. Dat denk ik wel.” Geen hondenvriend houdt het dan toch droog?
JAAP VAN DEURZEN