Jaap van Deurzen

SPREKER /  MEDIATRAINER /  DAGVOORZITTER.

Maatjes & Haring

jun 20, 2021

De tijd is rijp, ik kom uit de kast: Ik ben een volbloed ‘clupeafiel.’ Nee, dat betekent niet dat ik seks heb met volwassen wasberen. Het is een verwijzing naar de, door de Zweedse zoöloog Carl Linnaeus, verzonnen Latijnse naam voor haring: clupea harengus. De haring zit diep in mij. Elke godganse dag van het jaar zijn het mijn gezworen maatjes. Mijn oma (91) en ik hebben een gedeelde passie: vis. Ik zie haar nog op haar sterfbed liggen met terminale darmkanker. Het einde is nabij en ik vraag haar of ze nog iets wil eten. Zonder aarzeling fluistert ze: “Ik heb zó’n trek in een haring!” Ze eet de vette vis en slaapt daarna voldaan voor eeuwig in. Een mooiere sterfscène kan ik me niet indenken. 

*O, maatje uit de diepe zee, wie kent jouw naam nog niet,

Van alle vissen groot en klein ben jij mijn favoriet.

De ‘teelt’, zoals de vangstperiode van de ‘Hollandse Nieuwe’ heet, is begonnen. De heerlijke haring hoogmis wordt weer uitbundig gevierd. Het is voer voor filosofen. “De handeling van het vissen is het ontrukken van verscholen schatten aan de diepte. Het is het naar boven halen van het verborgene, het onbewuste, uit onzichtbare en onvermoede bronnen. Met andere woorden, het vinden van waarheid en wijsheid,” schrijft Huib Stam in zijn onovertroffen boek: ‘Haring’.

Daar staan we weer met die gapende gaten. Als malle meeuwen laten we gepekelde, rauwe vissen richting huig glijden. Natuurlijk hijsen we het harinkje naar boven aan zijn staart. Tradities moet je hooghouden. Aanleggen, mikken, en dan langzaam in de slokdarm laten glijden.

Ik pak je ’t allerliefste bij de staart, boven mijn hoofd,

En laat je langzaam zakken tot je lichten zijn gedoofd.

Nederland is dankzij de haring een van de grootste zeevarende naties van de wereld geworden. Er wordt wel beweerd dat Amsterdam op haringgraten is gebouwd. Nu zijn het Scandinavische vissers die ze voor ons vangen. O, wat was ik graag als jongetje met een netenploeg in een haringbuis naar zee gegaan. Als reepschieter, prikkenbijter, afhouder of gewoon als ‘jongste’. Er was geen beter Rotterdams ketelbinkie geweest dan ik, hoewel ik al zeeziek word op een roltrap. Met de baard in mijn keel zou ik hartstochtelijk roepen: “Op hoop van zegen!’ 

Die van zijn moeder an de kade 

Wat schuchter lachend afscheid nam

Omdat ie haar niet wilde zoene

Die straatjongen uit Rotterdam

Na een paar dagen is het brood beschimmeld. Twee weken later is het drinkwater in de tonnen bedorven. De schipper steekt een hete pook in het vat en verklaart schijnheilig dat het water weer drinkbaar is. Wat een gannef. In mijn dromen schiet ik de vleet, een lang net dat staand in zee als een gordijn wordt uitgezet. Het wordt drijvende gehouden door houten tonnetjes, breels en jonen en is aan de onderkant verzwaard met lood. Het binnenhalen van de volle netten met de hand is stoer mannenwerk. We horen het gekraak van de kleddernatte touwen over de geestrollen, de meedraaiende palen aan de zijkant. Veel vissers hebben zoutzweren van het kaken op hun handen en polsen, waar de mouwen schuren. De schipper hanteert de warleutel en mengt de gekaakte haringen in de warbak met zout. Volgt u het nog?

O, haring uit de diepe zee, weet je wat jij verdient?

Van alle vissen groot en klein ben jij mijn zoutste vriend!

Als het ruim vol is schreeuwt de kapitein boven het lawaai van de bestolen zee: ‘Huis toe!’  

Natuurlijk zijn er haringhaters, die het visje niet door hun strot krijgen, het zij zo. Ik blief geen bief. Maar wat te denken van de clupea-apostaten, de afvalligen die de haring ooit de rug hebben toegekeerd? Neem mijn eigen vis en bloed, zoon Tim. Als éénjarige zuigt het kreng als een zotte zeehond twee zilte lijkjes naar binnen en krijst om meer. Tegenwoordig pruimt hij ‘de structuur’ van de vis niet meer…….. Ik leg het hem nog één keer uit:

**Wie in dit kostlijk zeebanket
Voor ’t eerst de grage tanden zet,
De volle flesch ontkurkt, tot vreugd van zin en geest,
Met fonkelende glazen klinkt,
Ze op Neêrlands welzijn ledig drinkt,
Die houdt een heerlijk feest.

JAAP VAN DEURZEN

Bron: *Alex Vissering **Piet Paaltjens 

Vaderdag vergeten? Foei! Bestel snel: Blond & Blues/ 264 blz./ Jaap van Deurzen