Vandaag is het precies tien jaar geleden dat de rechtsextremistische Anders Behring Breivik een dubbele aanslag pleegt in Noorwegen. In Oslo blaast de Noor, met een zelfgemaakte bom, een regeringsgebouw op. Acht mensen komen om het leven. Op het eilandje Utøya schiet hij in koelen bloede 69 jonge sociaaldemocraten dood, die daar op zomerkamp zijn. Opgeruimd staat netjes, zegt hij later. Hij beschouwt de tieners als de toekomstige politici die de Europese poorten zullen openzetten voor moslimimmigranten. “Straks zijn er meer moslims dan etnische Noren,” beweert hij in zijn omstreden manifest. Het is de meest traumatische zaak die ik ooit als RTL Nieuws verslaggever heb meegemaakt.
Uit onderzoek blijkt dat veel slachtoffers het tien jaar later nog steeds heel moeilijk hebben. Een op de drie overlevenden heeft te maken met een posttraumatisch stresssyndroom. Ze slapen slecht, kunnen zich niet concentreren en zijn als de dood voor nieuwe terreurdaden. Inmiddels zijn de aanslagen zo gepolitiseerd dat sommige slachtoffers zelfs doodsbedreigingen krijgen. De sociaaldemocraten zouden de aanslagen namelijk politiek uitbuiten, door te beweren dat rechts het klimaat heeft geschapen voor Breiviks daden.
“De sociaaldemocraten moeten hun mond houden en verder gaan met hun leven,” schrijft een professor in een kroniek in het Stavanger Aftenblad.
Anderen reageren minder chique en sturen de overlevenden teksten als: “Je bent een verrader. Voor ons was het beter geweest als je op Utøya was gebleven en het niet had overleefd. Jammer dat Breivik niet beter kon schieten.” “Kijk de volgende keer maar over je schouder dan zie je me staan met een Magnum en schiet ik je dood, smerig zwijn.”
Sommige slachtoffers doen een beroep op het gezonde verstand, zoals overlever Stian Valla Taralsdvik:“Ben je weleens doodsbang geweest? Zo bang dat je armen en benen helemaal gevoelloos zijn geworden, dat je maag wordt samengeknepen en je mond kurkdroog is? Heb je wel eens misselijk van angst gedacht: ‘Sta ik op het punt om dood te gaan?’ Heb je wel eens geluisterd naar je eigen hart, dat zo verschrikkelijk hard bonkt dat je bang bent dat je je schuilplaats verraadt? Heb je ooit kogels om je oren horen suizen die naast je in het water ploffen? Je zou toch denken dat zoiets je wel bijblijft? Op een dag nam ik het besluit om het maar te vergeten. Ik keek niet meer terug. Ik werkte verder en ontweek debatten, rechtszaken en krantenkoppen. Ik hield me weg van allerlei steungroepen. Zo heb ik ervoor gezorgd dat 22 juli 2011 geen plaats kreeg in mijn nieuwe ‘normaal.’ Weet je, het is verassend makkelijk om te vergeten, maar wat je eigenlijk doet is de zaak verdringen.”
Astrid Willa Eide Hoem overleeft de terreurdaad ook. Als Breivik op Utøya begint te schieten is ze zestien jaar oud. Ze stuurt via haar mobiel berichtjes naar haar moeder.
Astrid: “Ik leef nog.” Haar moeder antwoordt: “Verschuil je. Het komt goed, Je bent sterk. We komen die kant op.” Astrid: “Ik ben zó bang, er liggen veel doden om me heen. Zeker tien. Ik hou van jou. Is hij dichtbij? Ik lig onder een rots. Ik ben niet gewond. Mamma, ik ben zo bang om dood te gaan. Als het toch gebeurt vertel dan aan iedereen dat ik van ze houd.” Moeder: “Astrid. Je gaat niet dood. Je moet heel stil blijven liggen.” De puber volgt de raad op en overleeft de moordpartij en zet zich nu harder in dan ooit voor de Arbeiderspartij.
Het geplande monument voor de slachtoffers, dat bestaat uit 77 zuilen van drie meter hoog, is nog steeds niet af. Dat komt deels door de coronapandemie maar ook vanwege allerlei rechtszaken die tegenstanders van de herdenkingsplek bij Utøya hebben gevoerd. Hoe schrijnend wil je het hebben?
Anders Behring Breivik, die zijn naam om onverklaarbare redenen heeft veranderd in Fjotolf Hansen, begint in de gevangenis in Skien aan het elfde jaar van zijn eenentwintigjarige straf en zit in isolatie. Zolang hij een gevaar vormt voor de maatschappij kan zijn detentie steeds met vijf jaar worden verlengd. Tot in het oneindige. Zijn verzoek om proefverlof, waar iedere Noorse gevangene recht op heeft, is afgewezen. Het is misschien wel het enige positieve nieuws dat er is te melden.
JAAP VAN DEURZEN