Jaap van Deurzen

SPREKER /  MEDIATRAINER /  DAGVOORZITTER.

Moeder & Leed

jun 12, 2022

Citaat: ‘Hoe lang gaan mannen nog door met oorlog voeren?’ ‘Zolang er vrouwen zijn die kinderen krijgen.’ Ik hoor moeders huilen als de verminkte lijken van hun zoons aan het oostelijke front in Oekraïne van het slagveld worden getild. Elke dag weer.

In 2014 werk ik samen met cameraman Han Pannevis in het oorlogsgebied rond Donetsk. De frontlinie meandert dwars door de zonnebloemvelden waar de wrakstukken van de kapot geschoten Malaysia Airlines vlucht MH-17 in liggen. Nederlandse marechaussees zoeken er naar lichaamsresten van de slachtoffers, onder wie bijna 200 Nederlanders. Het is te macaber voor woorden. Het beeld van een minuscuul bot uit het heupgewricht van een kind krijg ik niet meer van mijn netvlies.

Op verzoek van Noblesse Uitgevers ben ik alle verhalen aan het opschrijven. Ik heb een deadline. Eind juni moeten alle hoofdstukken zijn ingeleverd. Het wordt een persoonlijk relaas over wat het met je doet om rampen en oorlogen te verslaan, naast het werk over de waan van de dag, zoals een reportage maken over de veiling van het eerste vaatje haring. Word je daar niet gestoord van? Misschien wel. Ik schrik me te pletter als ik sommige reportages terugzie en mijn dagboeken herlees. 

Vooral de beelden van de genocide op de Tutsi’s in 1994 in Rwanda hakken erin. Honderd dagen lang slaan Hutu-milities talloze Tutsi’s dood met machetes. Als de Tutsi’s de macht weer grijpen, vluchten bijna één miljoen Hutu’s naar Congo. Na twee jaar strompelen de verhongerde vluchtelingen naar Rwanda terug. Als we in 1996 tegen deze stroom menselijk wrakhout in rijden zal ik één moment nooit meer vergeten:

‘Wankelend komt ze op ons af. Haar bloeddoorlopen ogen staan wagenwijd open. De uitgemergelde Hutu-vrouw hapt naar lucht. Ze houdt haar baby als een reddingsboei stijf tegen haar lijf. En dan gebeurt het. In een laatste, wanhopige poging om haar kindje te redden tilt ze het op en probeert het door het raam van onze jeep te proppen. Ik zit achter het stuur en raak half in paniek en zeg zachtjes: ‘Ach nee, lieverd, dat kan niet, echt niet, alsjeblieft.’ Langzaam begin ik handmatig het raampje omhoog te draaien. Ik zie het handje van de baby mee naar boven glijden. Ik laat een spleetje open zodat de minuscule vingertjes niet worden afgekneld. Ik kijk in de gele, gebroken ogen van de smekende vrouw. Pas als ik een beetje gas geef en traag verder rol, glijden de babyvingertjes van het glas af. De moeder huilt….’

Ik denk aan die noodlottige ‘Moederdag’ op 15 juni 2007 in de Afghaanse provincie Uruzgan. Samen met mijn collega Suzanne de Waal ben ik te gast bij de Nederlandse militairen in Kamp Holland. Een delegatie vrouwelijke militairen gaat cadeautjes uitdelen aan Afghaanse moeders. Suzanne mag mee met een camera. Mannen zijn niet welkom bij de streng islamitische vrouwen, maar ze bewaken het konvooi wel. Alles loopt op rolletjes. Het is een geslaagde bijeenkomst. Op de terugweg is er opeens een gigantische explosie. Een zelfmoordenaar heeft zich opgeblazen. Er vallen doden en gewonden onder wie zeven Afghaanse kinderen:

Suzanne de Waal: Overal liggen kinderlichamen in stukken voor me. Sommige lijkjes staan nog in brand. Ik voel gelijk een soort schuldgevoel omdat al die kinderen om mijn jeep heen hebben gestaan vanwege mij, een blonde vrouw met een camera…Ze zijn de hele weg zwaaiend achter me aangerend. De hele tijd spookt er door mijn hoofd dat ze misschien nog geleefd zouden hebben als ze me niet hadden gezien…..’ 

In de voorste pantserwagen, die de grootste klap te verduren heeft gekregen, ligt soldaat eerste klas Timo Smeehuijzen. Hij is door rondvliegende scherven geraakt. Zijn maten proberen zijn hart weer op gang te krijgen, maar dat lukt niet. In een geïmproviseerde rouwkamer in Kamp Holland zie ik de foto van de 21-jarige Timo. Het is een knappe, gezellige geinponem die iedereen aan het lachen maakt. Wat een prachtvent. Het scheelde niet veel of hij was op weg geweest naar zijn bloedmooie meisje Melody. Op de landingsbaan film ik zijn kist waar minutenlang een mysterieus wervelwindje omheen blijft hangen. Het is alsof zijn geest naar hoger sferen wordt getransporteerd. Aanstaande woensdag is Timo Smeehuijzen alweer vijftien jaar dood………

JAAP VAN DEURZEN