Jaap van Deurzen

SPREKER /  MEDIATRAINER /  DAGVOORZITTER.

OVER THE BORDERLINE

okt 15, 2023

‘De afsluiting van zestien jaar therapie is een feit. Ik ben niet genezen, maar ik ben wel vrij. Had ik gedacht dat dit moment ooit zou komen? Nee, ik was ervan overtuigd dat ik gedoemd was om voor altijd dat ‘labiele borderline-meisje’ te blijven, zonder toekomstvisie en idealen. Ik kijk nu met een open blik de wereld in en zie mogelijkheden in plaats van moeilijkheden. Mijn wil om te leven is nog nooit zo groot geweest!’

Was getekend Anika Rooke ((41). 

Vandaag presenteert ze haar boek ‘Over the borderline’. Haar levensverhaal is geschreven in een heerlijke no-nonsense taal en leest als een thriller. 

Op haar achttiende krijgt Anika de diagnose borderline, dat ‘grens’ betekent. Die term wordt gebruikt omdat men er vroeger van uitging dat de aandoening een grensgeval was tussen een neurose en een psychose. Bij een neurose gaat het om dwanghandelingen, zoals eetstoornissen of zelfverminking. Bij een psychose kan er sprake zijn van wanen en hallucinaties. In ons land hebben zo’n 200.000 mensen de diagnose borderline gekregen. Voor het overgrote deel zijn dat vrouwen. Kenmerken zijn een negatief zelfbeeld, stemmingswisselingen, impulsief gedrag en in sommige gevallen ook zelfmutilatie.

Anika weet er alles van. Als ze negen jaar oud is scheiden haar ouders. Haar veilige wereldje ligt totaal in gruzelementen. Ze voelt zich schuldig en heeft het gevoel dat ze als kind nooit voldoende liefde heeft gegeven aan haar ouders.

Mijn angst om in de steek gelaten te worden ligt ten grondslag aan mijn zelfhaat. Om dat gevoel te kunnen behappen, heb ik faalangst ontwikkeld, straf ik mezelf en wil ik alles perfect doen. Ik heb zo weinig eigenwaarde. Ik zoek de erkenning, waardering, goedkeuring en bevestiging nog steeds veel te veel bij derden en ga daarbij over allerlei grenzen, inclusief die van mezelf. 

Zonder opsmuk en goudeerlijk beschrijft ze de intense pijn, het verdriet, de onmacht en boosheid die ze als negenjarige heeft gevoeld. De scheiding zal later een onverwerkt trauma blijken, maar is niet de enige oorzaak van haar stoornis. Met een maniakaal fanatisme stort ze zich op haar schoolwerk. Ze moet en zal negens en tienen halen en dat lukt haar ook, maar het is nooit genoeg. Anika lijdt steeds vaker aan stemmingswisselingen en kan volkomen onverwachts enorme woedeaanvallen krijgen. Niets en niemand wordt dan ontzien. 

‘Het is alsof er een atoombom ontploft die alle normale omgang kapotmaakt,’ schrijft haar vader.

Op een gegeven moment vinden haar gescheiden ouders het welletjes en sturen de puberende Anika naar een psycholoog. Die stelt vast dat ze lijdt aan een depressie en hevige faalangst. Anika is nog nooit zo blij geweest: 

‘Ik ben niet gek en dat voelt als een grote opluchting’.

Maar de diagnose dekt de lading niet. Haar gedrag wordt steeds uitzinniger. In het geniep beschadigt ze zichzelf. In eerste instantie verbergt ze de littekens. Sommige passages die ze beschrijft in haar boek zijn ronduit angstaanjagend. Op een dag krijgt ze ruzie met haar zusje omdat die in haar ogen te lang blijft bellen. Er ontploft iets in haar hoofd en ze vliegt haar zusje aan en tuigt haar af. Haar moeder, van wie ze zielsveel houdt, komt tussenbeide en moet het ook ontgelden: 

‘Kom maar, kutwijf, kom dan. Ik maak je helemaal af,’ snuif ik en doe een paar stappen naar voren. Ik voel me oppermachtig. Eén woord en ik vlieg ook mama aan. Ik ben er klaar voor. Mama blijft met opengesperde ogen naar me kijken. Ik zie afkeer en angst in haar blik. Dan hoor ik het gesnik van mijn zusje. Ik kijk in de spiegel en zie iemand die ik niet ken. Mijn ogen zijn zo zwart als de nacht en mijn gezicht knalrood van inspanning. Ik lijk niet op een mens, maar meer op een monster. De haat staat in mijn ogen.’

De behoefte om zichzelf pijn te doen wordt steeds groter. Ze zegt als het ware uit haar lichaam te treden als ze zichzelf snijdt met een stanleymes. 

‘Ik ga door met snijden totdat ik een warme gloed over me neer voel komen en de rust in mijn hoofd terugkeert. Dan ontwaak ik uit mijn roes en ik schrik als ik naar mijn rechterarm kijk. Vanaf mijn pols tot aan mijn bovenarm zitten tientallen wonden. Sommige sneeën zijn zo diep dat het bloed er maar uit blijft stromen. Ondanks de korte schrik van de aangerichte schade voel ik me vooral onoverwinnelijk. Wat voelt dit goed.’

Haar psychiater legt haar later uit dat automutilatie een manier is om innerlijke pijn te verzachten met lichamelijke pijn. Nadat ze de diagnose borderline heeft gekregen laat ze zich vrijwillig opnemen in een psychiatrische kliniek in Amersfoort. Opeens woont ze samen met drieëntwintig andere personen met een tic. Anika gaat keihard aan het werk en sluit gedwongen een contract af waarin staat dat ze zichzelf niet meer mag verwonden, anders is het einde oefening. Wonder boven wonder houdt ze zich vrijwel aan haar contract. 

‘De kliniek is absoluut mijn redding geweest. Zonder die interventie had ik waarschijnlijk in een kist diep onder de grond gelegen.’

Er volgen nog meer tegenslagen als haar moeder op jonge leeftijd sterft. Ze wordt in de steek gelaten door een vertrouwenspersoon die de wereld voor haar heeft betekend. Het zijn emotionele mokerslagen. Anika heeft niet de illusie dat ze van haar stoornis af is, maar ze kan er wel beter mee omgaan. In het voorwoord schrijft haar vader:

‘Anika en ik tennissen. Plotseling schieten de tranen in mijn ogen. Hier sta ik gewoon met mijn oudste dochter! Automutilatie, suïcidaal zijn, enorme emotionele uitbarstingen, we hebben het letterlijk en figuurlijk overleefd. Het monster is niet helemaal weg, maar zit in een kooi gebouwd van wilskracht, doorzettingsvermogen, therapie, geduld en enorme inzet. En geluk, geluk dat het niet is misgegaan.
‘Hey pap, ga je nog serveren?’
‘Natuurlijk lieverd,’ zeg ik door mijn tranen heen.

JAAP VAN DEURZEN

Over the borderline (Euro 22,99) ISBN 978 90 831189 32, is vanaf morgen verkrijgbaar via alle (online) boekhandels en via www.avenirpublishing.nl