Ik ben betoverd door een magistrale foto van een zwarte man. Ik kan er minutenlang naar kijken. Mijn fantasie slaat op hol. In mijn ogen is hij een kruising tussen de krijger Shaka Zulu en de zwarte Egyptische farao Taharqa. Met die ketting van simpele schelpen om zijn hals zou het ook zomaar een huis- tuin- en keukenprins kunnen zijn uit de binnenlanden van donker Afrika. Maar de realiteit is simpeler.
Op de foto zien we Serge Tsakap uit Kameroen. Hij is een danser die in Parijs woont. Daar wordt hij gefotografeerd door mijn jongste zoon, Bob van Deurzen, die uitlegt hoe de foto tot stand komt:
“We lopen in het centrum van de stad om een locatie te vinden om te fotograferen. Ik ben altijd op zoek naar ‘bijzonder licht’. Opeens zie ik een zonnestraal precies tussen twee pilaren vallen. Ik vraag Serge of hij op die plek wil gaan staan. De lichtstraal valt als een verfstreep over zijn gezicht.” Serge Tsakaps beeltenis belandt op de kaft van Bobs prachtige fotoboek PIXEL dat hij zojuist in eigen beheer heeft uitgegeven.
Ik ga u waarschuwen. Dit stukje wordt een schaamteloos schoolvoorbeeld van nepotisme. (Latijn: ‘nepos’ nakomeling.) In de ruimere zin van het woord is het een soort vriendjespolitiek. In het slechtste geval is nepotisme een vorm van corruptie. Ik kan er niet mee zitten. Het zij zo! Het bloed kruipt waar het niet gaan kan. Dit wordt een volkomen terechte, liefdevolle lofzang op mijn zoon Bob (31) die na zijn opleiding aan de fotovakschool alweer tien jaar ‘tekent’ met licht. Los van alle commerciële opdrachten, zoals evenementen, portretten en bruiloften, heeft hij nóg een grote passie ontwikkeld: Hij is een schitterende straatfotograaf.
“Mijn werkwijze is eigenlijk heel simpel. Ik loop waar dan ook op mensen af en vraag of ze voor mij willen poseren. Ik leg dan natuurlijk wel eerst uit waarom ik dat doe. Niet iedereen zegt gelijk ja, maar tot nog toe heb ik nog nooit een tekort aan modellen gehad,” zegt Bob. Acht jaar geleden ziet de idealist het licht en begint aan zijn project ‘PIXEL’.
“Het idee erachter is dat ik de wereld beschouw als één grote foto. Elke persoon op aarde is in mijn ogen een ‘menselijke pixel’ in dat grote geheel. Het klinkt misschien een beetje zweverig, vadertje, maar ik wil, als dat mogelijk is, al die ‘pixels’ met elkaar verbinden. Dat is heel moeilijk maar soms lukt dat.”
Zoals die keer in de hal van het Centraal Station van Hilversum waar hij een man fotografeert die daar piano aan het spelen is. Een andere slapeloze man wandelt op dat moment doelloos door de stad en stapt uiteindelijk ook de stationshal in. Hij blijkt een danser te zijn die op verzoek van Bob ter plekke zijn act opvoert. De drie mannen hebben, ieder met hun eigen kunstuiting, de grootste lol. Ze zien elkaar nog steeds.
“Dat is zó leuk, dit is precies zoals ik PIXEL heb bedoeld! Ik wil dat mijn leven verrijkt wordt met dit soort herinneringen van mensen die ik heb ontmoet. Die hebben ook allemaal hun eigen verhaal,” zegt hij met glinsterende ogen. Bob bouwt een enorm netwerk op en fotografeert onder anderen in Dublin, Berlijn, Parijs, Kopenhagen en Amsterdam.
Op de vele reizen die we sámen maken, zie ik hem aan het werk. Ik sla soms steil achterover hoe de man zijn ‘modellen’ benadert. Ik denk dat ik liever afreis naar een oorlogsgebied, dan te doen wat hij doet. Ik zou peuken poepen van angst en als de dood zijn om afgewezen te worden. Bob lijkt het spelenderwijs te doen, simpelweg omdat de ‘modellen’ hem vertrouwen. Mensen die staan te wachten op perrons laten in sommige gevallen hun trein wegrijden en stellen zich dienstbaar op voor zijn Canon-lens. Het zijn alledaagse passanten die op weg zijn naar hun werk of naar huis. Sommigen gaan helemaal nergens heen, zoals de dakloze paradijsvogels met een ’vlekje’. Die hebben geen cent te makken maar ze hebben wél alle tijd om voor Bob te poseren. Het levert aandoenlijke beelden op.
In het boek staan ook portretten van artiesten die hun kunsten op het toneel of op straat uitvoeren. Kijkend naar de foto’s van de Deense jazzgitarist Jacob Fischer en zijn Nederlandse collega Harry Saksioni, hoor ik de muziek als het ware uit het fotoboek opstijgen. Het lijkt alsof Bob de ziel blootlegt van al deze mensen. Oké, ik ben verdacht, maar ik ben een grote fan geworden van al die intieme portretten.
Bobs’ boek PIXEL is een prachtige hardcover editie geworden. Het is een bloemlezing van zijn beste foto’s van de afgelopen jaren en een hoogtepunt van zijn vakmanschap. Hij kan niet wachten om met het volgende boek aan de slag te gaan. Want één ding staat als een paal boven water, bij dit eerste exemplaar zal het niet blijven. PIXEL is een fotoboek dat op geen enkele koffietafel meer mag ontbreken.
Capixel?
JAAP VAN DEURZEN
‘PIXEL ‘
A COLLECTION OF CONNECTIONS
(Hardcover, 80 pagina’s) Prijs: euro 29,00 + verzendkosten