‘Luister, die flapdrol is vreemdgegaan, dus die moeder geeft dat bedrijf natuurlijk aan die dochter. Dat lijkt me duidelijk. Die vrouw is zo preuts als de pest,’ zegt Blond met de stelligheid van een ervaren scriptschrijver.
We hebben thuis een nieuw gezelschapsspel verzonnen. We proberen het verloop van een serie te voorspellen. Ondanks onze strenge selectie zit daar namelijk nog vaak troep tussen. Onze hobby is uit verveling geboren. Op een gegeven moment heb je namelijk wel door hoe een slechte schrijver tikt. Helaas gebeurt het vaak als je al halverwege zo’n serie zit. Stoppen na vijf delen is dan geen optie. Je kijkt verder. De serie is misschien verdienstelijk begonnen, maar opeens kun je het verloop van het verhaal kristalhelder uittekenen. Niets is verwoestender voor mijn nachtrust. Onze debatten voor de treurbuis zijn fel. Het liefst wil Blond al kappen bij deel twee van zo’n filmisch fiasco, maar ik ben afwachtender en krijg de kous altijd op de kop.
“Zag je hoe hij naar dat blonde mannetje keek, aan de bar? Die vreet echt van twee walletjes. Thuis de vrome vader spelen en ’s avonds met een kerel het nest in duiken. Die moeder weet het, maar ze houdt zich gedeisd. Deze serie speelt in de jaren vijftig in Zweden. Geloof me, toen werd homoseksualiteit zelfs dáár niet geaccepteerd. Je kon als man beter op een hitsige eland duiken dan met een vent vreemdgaan. Niet die zus maar die broer is straks de lachende derde!’ zeg ik verhit.
We hebben lange tijd een zwak gehad voor Scandinavische series. Veel verhalen zijn goed geschreven en het acteerwerk is briljant. Zeker als je het vergelijkt met de prietpraat die we hier in de polder produceren, uitzonderingen daargelaten. Van scriptschrijven hebben we hier volgens experts geen kaas gegeten, een voorbeeld:
“We hebben verkeerd gegokt, zus. We hadden het zwarte geld van vader beter niet in de onderwereld kunnen investeren. Ze gooien ons straks in het cachot. Wat ik je brom. Pas op Miep, wegwezen, daar komen de smerissen!” “POLITIE!!!” (Brullend uitspreken, met het pistool in gestrekte armen)
Als ik thuis zo ga praten bestelt Blond een dwangbuis. Cineast Alfred Hitchcock zei ooit: ‘Voor een goeie film heb je 3 dingen nodig: het script, het script én het script.’ Acteur George Clooney voegde daaraan toe: ‘Iemand kan van een goed script een slechte film maken, maar van een slecht script valt geen goeie film te maken.’ Daar weten we in ons land alles van. De acteurs brabbelen in schrijftaal. ‘Nederlandse films zijn eerder een instrument om euthanasie mee te plegen dan dat ze de levensvreugde vergroten,’ schrijft filmkenner Ronald Rovers.
Maar wat maakt die noorderlingen dan zo goed? Aan de basis van veel series liggen Scandinavische thrillers. Die zijn niet meer weg te denken uit de internationale misdaadliteratuur. De trend begint in 1962 met de Zweedse journalisten, Maj Sjöwall en Per Wahlöö. Het zijn twee linkse rakkers die tegen de welvaartstaat aanschoppen. Als ze hun marxistische ideeën niet over de bühne krijgen verzinnen ze een list. Ze beginnen maatschappijkritische misdaadromans te schrijven. Het zijn realistische verhalen over disfunctionerende overheden en corrupte politici. De brave burger wordt gemangeld door het systeem. (Jeetje, waar hebben we dat toch eerder gehoord?)
De antiheld is commissaris Martin Beck, een kleurloze, saaie sappelaar zonder humor maar met een goed hart. Sjöwall en Wahlöö willen minstens tien boeken schrijven en dat lukt ze. De basis voor de ‘Nordic Noir’ wordt gelegd. Het duurt even voordat andere schrijvers het genre aandurven. Op een gegeven moment is er geen houden meer aan en manifesteren ook Deense en Noorse thrillerauteurs zich.
De Scandinaviërs schrijven over échte mensen met al hun gebreken, eigenaardigheden en tekortkomingen. Daar houden nuchtere Nederlanders van. Je voelt die noordse kou je bedstee insijpelen. Somberheid is troef. Soms krijg ik zélf zin om iemands hersens in te slaan. Grotesk geweld is sowieso een vast onderdeel van de Scandinavische thrillers. Maar we zijn er zo zoetjesaan op uit gekeken. Het zijn IKEA-thrillers in het kwadraat geworden. De verhalen worden steeds gekker, gruwelijker en voorspelbaarder. Het is de dood in de pot. De ‘Nordic Noir’ is aan zijn eigen succes ten onder gegaan. We zijn wéér een illusie armer. For HELVEDE!
JAAP VAN DEURZEN