‘Oh, wat heeft u een mooie droomteen. Jeetje, die zie ik niet vaak. Uw grote teen kijkt een beetje de lucht in,’ kraait een poedelnaakte vrouw met bobkapsel in de sauna tegen me. De vrouw van middelbare leeftijd wijst naar beneden en doet haar duim omhoog.
‘Pardon?’ vraag ik verbaasd en kijk naar mijn voeten en schiet bijna vol. Ooit had ik twee prachtig gebeeldhouwde Griekse voetjes, waarbij de tweede teen langer is dan de grote teen. In de Griekse beeldhouwkunst was dat een schoonheidsideaal. Ik paradeerde met die mannelijke plinten als een jonge god over het strand. Vrouwen vielen massaal in katzwijm. Die tijd is voorbij. Mijn voeten lijken nu op de knoestige wortels van een dode eik. Het enthousiasme over mijn vermeende ‘droomteen’ kan ik dan ook niet plaatsen.
‘Ja, sorry! Dat klinkt natuurlijk gek, zo uit het niets, maar ik ben een tenenlezer en ik móest er wat van zeggen,’ zucht de vrouw verontschuldigend. ‘Ik zie altijd gelijk wat voor persoon ik tegenover me heb als ik naar de tenen kijk. Dat zijn spiegels waarin je iemands karakter en persoonlijkheid kunt aflezen. Ze laten zien wie je écht bent.’
Ik schrik me rot. Ze heeft me door. Bij tijd en wijle ben ik namelijk een chaotisch, motorisch gestoord, onuitstaanbaar, egoïstisch mannetje met een tomeloze vet- en drankzucht. De vrouw ziet mijn verschrikte gelaatsuitdrukking en legt uit dat er geen ‘goede’ of ‘foute’ tenen zijn.
‘Ik weet wél bijna 100% zeker dat u heel veel fantasie hebt. Klopt dat? Doet u iets creatiefs?’ vraagt ze met opgetrokken wenkbrauwen en verwachtingsvolle pretoogjes. ‘Jazeker, maar daar komt geen teen bij kijken. Ik zuig alles uit mijn duim,’ zeg ik bijdehand. Daarna verklap ik wat ik zoal doe en deed. “Dat dacht ik wel, ik had het al gezien,’ knikt ze zelfverzekerd.
Ik kom voor mijn rust in de sauna. Ik heb hier geen zin in en verklap dat ik niets heb met handlezen, liplezen, auratherapie, tantraoefeningen, korfballen, Bachbloesemtherapie, reiki, healing, helend zingen, chakra kietelen en Kundalini yoga. ‘Niet boos worden, hè,’ zeg ik gehaast, want ik wil iedereen in zijn waarde laten. ‘Ik ben een broodnuchtere man. Ik zie in bladen die artikelen wel eens voorbijkomen en ik vind het altijd een beetje hocus pocus. Ik zit die stukken met kromme tenen te lezen. Zo die zit, aan mijn gevatheid lijkt geen eind te komen.
De vrouw glimlacht lief en zegt: ‘Begrijp ik hoor, zo dacht ik er vroeger ook over. Wij zijn allebei mensen van ‘doe maar normaal dan doe je gek genoeg. Dat zag ik ook al aan uw tenen. Maar ik ben ooit eens met een vriendin naar zo’n workshop ‘tenenlezen’ geweest. Gewoon voor de lol. Ik was gelijk verkocht, want alles wat die man over mij zei, dat klopte. Hij had heel kort naar mijn voeten gekeken. Ik ben me er toen in gaan verdiepen en heb een cursus gevolgd. Nu verdien ik er mijn geld mee.’
Voor ik het weet krijg ik een lesje tenenlezen. Het is een bizarre ervaring zo in mijn nakie bij negentig graden. Het zweet klettert van mijn bol. Ik voel mijn hart in mijn slapen bonken. Ze vertelt me dat elke teen uniek is, net als ieder mens.
‘Aan de tenen kun je zien waar iemands kracht of zwaktes zitten. Je kunt er je hele ziel en zaligheid mee blootleggen, het is écht geen hocus pocus.’
Na het korte college staat ze op om de stilte-sauna te verlaten. ‘Lees er maar eens wat meer over. En kijk dan ook gelijk wat jouw nagels je te vertellen hebben. Prettige dag nog, meneertje droomteen,’ zegt ze lichtvoetig en zweeft glimlachend de sauna uit.
Toch maar even googelen. Dertig jaar geleden legt de Hongaars-Nederlandse journalist Imre Somogyi het evangelie van het tenenlezen uit in twee boeken. Als nakomertje perst hij er nog een derde exemplaar uit: ‘Babyteentjes Lezen.’ Op de achterflap staat geschreven: ‘Uit de stand en de vorm kan al direct na de geboorte de blauwdruk van het karakter van het kindje worden geanalyseerd. Ook kan men zien wat voor gedrag de baby zal vertonen.’ Hadden ze dat maar met Adolfie Hitler of bij ‘Vladje de Verschrikkelijke’ gedaan, flitst het door mijn hoofd. Dat had een paar oorlogen kunnen schelen. Maar goed, dat is geschiedenis.
Vrolijk wippend op mijn hoeratenen stap ik de woonkamer in en roep tegen vrouwlief Blond: ‘Ik heb hallelujatenen! Dat betekent dat ik een creatieve geest heb. Klopt wel, hè?’ Ze kijkt me aan met een blik van: ‘Heb je nou weer zitten zuipen?’
Blond heeft, net als veel vrouwen, niets met voeten en tenen. Sterker nog, het zijn in haar ogen de lelijkste lichaamsdelen. Ze heeft heel wat relaties verbroken met mannen die achteraf wanstaltige voeten bleken te hebben. Ik mag blij zijn dat ik er nog ben. Vanwege de tropische temperaturen in huize Van Deurzen kocht ik ooit een paar teenslippers. Die belandden na drie seconden met een grote boog in de Brabantiabak. Het liefst zou ze zien dat ik met solide skischoenen door het pand scharrel.
‘Ja, een vrouw in de sauna zei…’Ze bedekt haar oren en wil niets meer horen over het tenenkaas-imperium en zegt: ‘He, Vondel, schenk jij maar eens snel een wijntje in. Daar ben ik wel aan toe.’ In de keuken hoor ik haar mompelen: ‘Mijn god, meneer heeft jubeltenen. Hij is er helemaal bovenop, tjonge jonge, jonge, daar word je toch gek van, pfff!’
JAAP VAN DEURZEN