Jaap van Deurzen

SPREKER /  MEDIATRAINER /  DAGVOORZITTER.

THUISWEDSTRIJD

feb 23, 2025

In Weesp is een wonder gebeurd. Mijn lezing, over dertig jaar rampen -en oorlogsjournalistiek, die ik in het prachtige theater Wesopa houd, is stijf uitverkocht. Er is zelfs een wachtlijst. De ME komt er nog net niet aan te pas komen om de meute voor de poort in bedwang te houden. (Ik chargeer nu zelf even, hè?)

De directrice van het theater zegt dat ze dit nog nooit heeft meegemaakt. Ik weet ook niet wat me overkomt en voel me een bejaarde rockster. Hoe krijgt een voormalig straatschoffie uit de Damstraat 18b in Rotterdam-Zuid dit in vredesnaam voor elkaar, zeker in deze tijd van nieuwsmijding. Veel mensen zijn de oorlogsellende op tv zat en schakelen liever over naar B&B Vol Liefde. Geef ze eens ongelijk. Toch willen de Weespers wel even achter de schermen van de nieuwsfabriek gluren. Het publiek bestaat uit een mix van jongeren en ouderen. 

Ik ben hier als geboren Rotterdammer natuurlijk wel in het hol van de leeuw, want dit historische stadje is inmiddels opgeslokt door Mokum. Bij wijze van plaagstootje begin ik daarom balorig met een hilarische reportage uit 2008 over het honderdjarig bestaan van Feyenoord. Ik speel in dit kamp van de godenzonen een gevaarlijk spel met mijn neusbeentje. Maar ja, ‘voetbal is oorlog,’ zei bondscoach Rinus Michels ooit, dus die reportage past wel bij het thema van de avond. Ik zet de sportieve, sympathieke jeneverneuzen even op hun nummer en oogst een daverend applaus! Laat de beste club maar winnen.

Tijdens mijn voordracht laat ik reportages zien die ik voor het RTL Nieuws heb gemaakt in ramp -en oorlogsgebieden. Ik wissel ze af met luchtigere stukjes over de waan van de dag in de polder. Dertig jaar wereldgeschiedenis dendert voorbij op het grote filmdoek van het theater. Het zijn gebeurtenissen waar ik met mijn dikke gok pal bovenop heb gestaan. Ik heb de beelden zó gemonteerd dat er geen druppel bloed is te zien, want dat voegt niks toe. 

Mijn publiek hangt gehypnotiseerd aan mijn lippen en is geïnteresseerd in alle facetten van mijn vak. Want crisisverslaggeving is wel degelijk een vak apart. Je moet het kunnen. Ik ken collega’s die eraan onderdoor zijn gegaan. Want ga er maar aanstaan om verslag te doen in een platgebombardeerde stad in Oekraïne? Waar begin je in vredesnaam? Hoe gevaarlijk is het werk? Hoe beschrijf je de lijkenlucht in een rampgebied? Hoe gruwelijk was de genocide in Rwanda of de slachtpartij van Anders Behring Breivik in Noorwegen? Ben je niet als de dood? Maak je wel eens stomme inschattingsfouten? (Heeft u even?) Wat doet het met je familieleven, met je kinderen en met je mensbeeld? Vragen, vragen, vragen.

Ik heb de mazzel gehad om in de ‘goede tijd’ verslaggever te zijn geweest, zonder het fenomeen fake-news waar je tegenwoordig zo vaak mee wordt geconfronteerd. Of het nou wordt gebracht door een labiele tech-gigant of de machtigste man ter wereld. Wie kun je ‘als journalist’ nog vertrouwen? Iedereen met een mobieltje kan een uit zijn duim gezogen verhaal online kwakken. 

Veel mensen hebben mijn boek ‘Camera Loopt’ al gelezen en zijn enigszins ‘voorgekookt’. Een jonge vrouw in het publiek zegt dat ze na het lezen gelijk weer bij de les is over de oorsprong van veel conflicten. Een mooier compliment kun je als auteur niet krijgen. Ze zegt dat ze nu is gekomen voor de plaatjes en het persoonlijke verhaal van de verslaggever. Appeltje eitje, zou je zeggen. Maar zoals vanouds sta ik bij vlagen weer te stuiteren van de zenuwen. Terwijl ik dit verhaal toch al talloze malen heb verteld. Elke keer lijkt het weer op een vorm van verwerking en wordt het emotioneel. Mijn god, hoeveel beschermengeltjes heb ik op mijn schouder gehad? 

“Ga nou niet lollig lopen doen, hè? Daar ben je niet zo goed in!” commandeert vrouwlief Blond. Ze kent haar pappenheimers en zit voor het eerst tijdens mijn voordracht in de zaal. Ze heeft gelijk. Ik ben mijn praatje wel eens begonnen met een kwinkslag. Die hoorde volgens mij zeker thuis in het rijtje van dijenkletsers. Het publiek vond er geen bal aan. De mensen keken me verbijsterd aan alsof ik in tongen sprak. Alle poriën in mijn lijf sprongen in één klap wagenwijd open. Het zweet gutste van mijn kop. Mijn strot snoerde zich samen en ik produceerde het piepende geluid van een zwakbegaafde Chinees met een keelontsteking.

Ik raadpleeg voor de zekerheid nog even de do’s and don’ts van een goede spreekbeurt:

Bereid jezelf goed voor. Check!

Vertel een persoonlijk verhaal. Check! (Ik geef nog net mijn pincode niet.)

Gebruik duidelijke taal. Check!  (Veel simpeler dan ik spreekt niemand.)

Zeg niet om de haverklap ‘eeuh’ Check!

Alles komt goed. Het publiek is dolenthousiast, de avond vliegt voorbij. Dank je wel, lieve Weespers en buitenlui voor een prachtige avond. Op naar Drachten! Daarna wachten Wolvega, Barendrecht, en mogelijk Brielle en Oss. Ik ben begonnen aan een nieuwe carrière. Het leven is verrukkelijk.

JAAP VAN DEURZEN