Jaap van Deurzen

SPREKER /  MEDIATRAINER /  DAGVOORZITTER.

UIER & BORD

feb 12, 2023

‘De vis wordt duur betaald!’, zegt Kniertje in het tranentrekkende spektakelstuk van Herman Heijermans: ‘Op hoop van Zegen,’ Oké, dat gebeurt in een andere context, maar toch, de torenhoge visprijzen doen pijn. ‘Ik zal de haring duurder moeten maken’, kermt mijn Weesper vishandelaar Johan. Ooit vond ik hem aardig. Nu vind ik het een mocro-makreel. Pescotariërs verenigt U! Maar dan laat hij me een overzicht zien van zijn gestegen uitgaven. Waanzinnig! Ik teken ter plekke de vrede. 

Blond is thuis ‘wethouder financiën’ en heeft nog nooit moeilijk gedaan over geld. Ze gunt me mijn dagelijkse maatjes. Maar die tijd is voorbij. Met een beschuldigende vinger wijst ze naar ons bankafschrift. Ze heeft een tijdje bij de welpen van de padvinders gezeten en wil een powwow beleggen over onze financiële situatie. Opeens valt het vervloekte ‘B’-woord: ‘We moeten Bezuinigen! Ik heb een plan!’, kraait ze verhit. ‘Heb jij wel eens gebakken SMAC gegeten?’ Ze zwaait ritmisch met een hand naast haar oor en knort: “Mmm.” Ze kijkt erbij alsof ze het over beluga-kaviaar heeft. Maar SMAC is gekookt varkensvlees in blik. Een zichzelf respecterende poedel zou alleen al vanwege de lucht in paniek het land ontvluchten. Er zit separatorvlees in SMAC. Dat wordt ook wel schraap-vlees of ‘pink slime’ genoemd. De smurrie bestaat uit vleesresten die onder hoge druk van karkassen van kippen, knaagdieren en varkens worden afgespoten. Mijn moeder deed snottige stukjes SMAC door mijn macaroni. Ik ben terstond visliefhebber geworden. Bezuinigen, oké, maar SMAC, NEE! Tijd voor tegengas.

‘Wat dan met die belangrijke vetzuren in vis?’, kreun ik kranig. ‘Daar heb ik óók over nagedacht,’ antwoordt Blond en knalt een fles levertraan voor mijn snufferd. ‘Hier zit ook Omega-3 in’. Mijn gedachten gaan terug naar wijlen mijn moeder. Die waakte in de wintermaanden als een leeuwin over onze gezondheid. De dood was in haar ogen nooit verder verwijderd dan een hartklop. Ik kan er nog koude rillingen van krijgen als ik denk aan de eetlepel levertraan die ik dagelijks in mijn mik geschoven krijg. Elke keer houd ik mijn lippen stijf op elkaar. ‘Doe je mond open, kreng’ hoor ik haar roepen. Ze is het dagelijkse gezeur zat en knijpt mijn neus dicht. Het is slikken of stikken. De stinkende substantie stroomt langs mijn huig.

Levertraan is een dierlijke olie die uit de lever van kabeljauwen en schelvissen wordt gewonnen. Het smaakt naar de lauwwarme urine van een zwanger resusaapje. Niet dat ik dat ooit heb geproefd maar zo stel ik me die apenpis voor. ‘Doorslikken, anders krijg je O-benen,’ beweert mijn moeder. Ze refereert aan de Engelse ziekte, waarbij je botten worden misvormd door een gebrek aan vitamine D. Ik wil geen O-benen, dus pers ik met tegenzin de levertraan door mijn strot. Het is een traumatische ervaring waarvan ik op latere leeftijd nog wel eens wakker lig.

‘Ik zal ook weer eens uierbord meenemen,’ zegt Blond bloedserieus. Aan deze hellegang lijkt geen einde te komen. ‘Koeientiet?’ krijs ik verbijsterd, want zo noemen ze die delicatesse in Rotterdam. ‘Ja, waarom niet? Dat is goedkoop en gezond. Mijn vader deed dat vroeger met peper en zout op zijn brood,’ zegt ze met omhooggetrokken wenkbrauwen en zo’n blik van: Is mijn vader soms te min?  

Uierbord wordt in ons getto ‘arbeidersbiefstuk’ genoemd. Het is een zot staaltje Rotterdamse humor. Ik vind die gele plakken gebakken uier niet te pruimen. Evenmin als spekvet met stroop, dat mijn moeder op mijn bammen smeert en in mijn trommeltje frommelt. Het varkensvet zou volgens haar goed zijn tegen de kou. 

‘Als jij per se twee haringen per dag wilt eten kun je natuurlijk ook een krantenwijk nemen,’ zegt Blond bozig. ‘Ze zoeken overal bezorgers. Dan ben je ook lekker vroeg op pad.’ Verbouwereerd schenk ik een borrel in. ‘Ja, daar gaan we ook mee minderen,’ reageert ze en schenkt de helft van de korenwijn terug. De tranen springen in mijn ogen. ‘Ik maak maar een grapje, joh!’ proest ze opeens en schenkt rap weer bij. ‘Jij gelooft ook alles! Ik heb ook nog een haring voor je in de koelkast.’ Als een krolse kater duik ik op het maatje en verzuip de vis in korenwijn. Ik kan wel janken. Pfff, vrouwen!

JAAP VAN DEURZEN