Jaap van Deurzen

SPREKER /  MEDIATRAINER /  DAGVOORZITTER.

WINTERVERTELLING

mrt 2, 2025

Ik hoor het krakende geluid van skischoenen in verse sneeuw. Ik zie een strakblauwe hemel boven spierwitte bergtoppen. Ik ruik de geur van Apfelstrudel en slagroom. De skivakanties zijn weer in volle gang. Het is hoogtijd voor een wintervertelling.  

Mijn onvolprezen, korte verhaal SIGI schrijf ik in de steentijd in Tirol. Ik kom net uit de luiers en ben reisleider in Oostenrijk. Als mijn gasten op de pistes staan, heb ik de tijd om mijn perverse fantasieën op papier te zetten. Schrijven is altijd al mijn grote passie geweest. Het ene na het andere bizarre sprookje ziet het licht. SIGI slaat aan en wordt het eerste en enige fictieve verhaal van mijn hand dat ooit is gepubliceerd. (Los van de uit mijn duim gezogen columns) Het verhaal verschijnt in het spiksplinternieuwe, kekke jongerenblad:  

The Amazing Magazine, 1e jaargang * nummer 1 * maart 1987

Wie kent het niet? Maar dat is een domme vraag, want het magazine is al een maand later ter ziele. Ik kan naar mijn afgesproken gage van 250 gulden fluiten. Ik vind het verkleurde vod terug op zolder. Het verhaal, in verkorte vorm, is deze week mijn krokus-cadeautje aan u. Gratis. Bij wijze van bonus. Want u bent erg loyaal. Ik koester u enorm.

Tijdens deze wintervakantie vindt u vast wel een stiefkwartiertje om deze potsierlijke mini-thriller te lezen. Geloof me, u zult nooit meer zonder bijgedachten in een stoeltjeslift stappen. Ik raad skiërs ook aan om het verhaal in de skilift te lezen op hun mobieltje. Dat geeft een extra lading aan het krankzinnige plot.  

Het kan natuurlijk zijn dat u geen skiër bent of dat u geen geld heeft voor zo’n peperduur wintersporttripje. De boodschappen zijn al duur genoeg. Wij overwegen zelf ook om een extra hypotheek te nemen om toegang te blijven krijgen tot het rovershol van de schijnheilige St. Albertus Heijn.

Onder de grote rivieren bestaat natuurlijk de kans dat u tijdens het carnaval geen tijd hebt om te lezen, want u loopt mee in de polonaise. Misschien bent u wel verkleed als een hofnar en staat er op uw voorhoofd: ‘Schoof gelooft.’ Iemand anders flaneert in de kiel van een verstokte stikstofboer uit de omgeving van Lampengat. De feestneus heeft plakkertjes op zijn wangen met afbeeldingen van gekrulde biggenstaartjes. Hij torst een grote bak varkensmest met zich mee met daarin een prikbordje met de tekst: ‘Puur Natuur.’ Lachen! Moet kunnen.

Vraagt u zich ook wel eens af waar die drang vandaan komt om steeds weer verhaaltjes te willen vertellen?  Ik neem aan dat het een soort oerinstinct is. Het fenomeen storytelling is waarschijnlijk al zo oud als de homo sapiens.   

“Toen de eerste mensen verhalen begonnen te maken om aan elkaar te vertellen, kwam er een einde aan de chaos,” schrijft Imme Dros in haar boek Griekse Mythen. “Dat is waarom wij verhalen nodig hebben: als wapen tegen de chaos.” Bravo! Opeens begrijp ik het.

Het plot is volgens filosoof Aristoteles het belangrijkste aspect in het verhaal. “Het plot definieert waar het verhaal over gaat en wat het publiek gaat ervaren. Het plot zal de essentie van je verhaal bevatten.” Griekse Ari heeft weer eens gelijk. Het is een waarheid als een koe. Daar komt u zo dadelijk wel achter.

Aristotje debiteerde wel vaker rake dingen, zij het niet altijd in zulke simpele Jip-en-Janneketaal. Waar zouden we zijn zonder die doordenkers? Ik zwelg in hun gezegdes. Soms strooi ik in gezelschap een aantal van hun spreuken als pepernoten in één of andere hoek, want ik neig naar het wijsgerige. De inspirerende aforismen geven op de een of andere manier meerwaarde aan mijn leven. Zo kan ik bijvoorbeeld op een feestje opeens luidkeels brullen:  

“Als een graankorrel spreken kon, zou ze klagen dat er smart ligt in ’t ontkiemen. Helden, artiesten en wijsgeren zullen mij begrijpen, en de klacht van die graankorrel verstaan.” (Multatuli)

Elke keer valt er weer een lange stilte. Iedereen staart me glazig aan. Sommige mensen schudden meewarig het hoofd.  Uiteindelijk staat er iemand op die een hand op mijn schouder legt en zegt: “Wij ook van jou, Jaap”. Blond maakt een bozig snijgebaar over haar keel en wijst met een priemende vinger naar mijn kelkje korenwijn. ‘Kappen met die graankorrels!’ mimet ze met die vlezige lippen. Na zo’n oekaze moet ik direct stoppen met het innemen van mijn geestverruimende elixer.

Ik ben inmiddels bijna veertig jaar en honderden verhalen verder. Ik ben wijzer geworden en denk glimlachend terug aan mijn pathetische pogingen om het ‘literaire pad’ te betreden. SIGI is, wat dat betreft, een goed voorbeeld. Wat de schrijfstijl betreft is het een mix van Geenstijl, de Libelle en de Bouquetreeks. Heb dus mededogen, want dit epos is een puberale, tranen trekkende wintervertelling. Eén tip: Laat het verhaal niet aan uw kinderen onder de zestien lezen. Want hoe je het wendt of keert, het blijft een zenuwslopende thriller. Het verhaal is mogelijk een goede kanshebber voor de Hebban Thrillerprijs 2025.  Je moet blijven dromen, he?

JAAP VAN DEURZEN

SIGI

De sneeuw komt ongewoon vroeg in het jaar, maar is o zó welkom. Het hooggelegen Tiroolse bergdorp heeft zich de laatste vijftien jaar ontwikkeld tot een van de drukstbezochte skioorden. 

Met de komst van de verse sneeuw lijkt het alsof de geldkraan weer wordt opengedraaid. Hordes Duitse toeristen van net over de grens zijn naar het dorp gekomen om te skiën. Zoals gewoonlijk zit Hans aan zijn vaste tafel in Wirtshaus Post

De vroege sneeuwval is ook voor hem een cadeautje. Het betekent dat hij zijn vaste plek bij de skilift weer in kan nemen. Het is een van de langste en modernste skiliften in het gehele gebied. 

Het werk bij de stoeltjeslift is zijn redding geweest. Letterlijk en figuurlijk. Zijn gezondheid is jarenlang achteruit gehold. Chronisch alcoholmisbruik heeft zijn lever flink aangetast. De lokale huisarts vertelt hem op een gegeven moment dat hij niet lang meer te leven heeft als hij zo doorgaat. 

Zijn dochter Maria is er altijd voor hem geweest, ook in de donkere dagen dat hij dagelijks lallend thuiskomt. In gedachten ziet hij haar lieve betraande gezicht weer voor zich als ze hoofdschuddend zijn schoenen uittrekt en hem naar bed brengt.  

Mede door haar invloed krijgt hij de baan bij Bergbahn AG. Er is maar één voorwaarde, hij moet direct stoppen met drinken. En dat doet hij. 

Waar zou hij zijn geweest zonder haar, mijmert hij over het halfvolle glas vruchtensap. Zijn vriendenkring verandert. 

Mannen, die hij door de jaren heen als zijn beste maten heeft beschouwd, laten hem links liggen als hij  gestopt is met drinken. Het is een zwaar gelag, maar hij moet keuzes maken. 

Maria groeit uit tot een schoonheid met lang golvend blond haar dat sierlijk over haar schouders valt. Haar volle boezem is in een traditionele Beierse dirndl geperst. Ze lijkt sprekend op zijn ex-vrouw. Waar zou de snol zijn, vraagt hij zich bitter af. Op een dag is ze opeens met een ander verdwenen. ‘Voorgoed’ krabbelt ze op een papiertje dat ze achterlaat op tafel. Na haar vertrek beginnen de roddels in de kleine Tiroolse gemeenschap. 

Hij zou haar hebben geslagen. Hij zou zijn dochter hebben misbruikt. De valse geruchten gaan van kwaad tot erger. Hij is steeds vaker in de kroeg te vinden waar hij zijn zorgen wegdrinkt. 

Zijn bijna constante staat van dronkenschap wordt in het dorp bijna een vanzelfsprekendheid. Ja, er zijn genoeg redenen om de Bergbahn AG dankbaar voor te zijn. 

Hij werkt met twee nieuwe, jonge collega’s bij de lift, zijn dorpsgenoot Sepp en Sigi. De laatste komt uit een dorp dat twintig kilometer verderop ligt. Het is een levenslustige reus met lichtblond krullend haar en intens blauwe ogen. Zijn passie voor skiën is ongekend. 

Ooit is hij lid geweest van het Oostenrijkse nationale skiteam. Binnen een mum van tijd is de sympathieke Sigi volledig ingeburgerd. Na het werk sluiten de drie mannen gemoedelijk de dag af aan de stamtafel in Wirtshaus Post

Het gebeurt laat op een zaterdagmiddag. Maria komt samen met een vriendin het café binnen. De twee gaan bij het raam zitten en bestellen een kop warme chocolade en beginnen te babbelen. Langzaamaan stroomt de kroeg vol met luidruchtige skiërs. 

Hans wordt die middag alleen vergezeld door Sigi. Als hij binnenkomt ziet hij zijn dochter zitten en besluit om haar voor te stellen aan de blonde gigant. “Dit is mijn dochter Maria,” zegt hij trots. Wat er dan gebeurt heeft hij niet zien aankomen. Het eerste oogcontact tussen Sigi en Maria is niet te beschrijven. Sigi’s mond valt open. De twee blijven elkaar hand in hand minutenlang aanstaren. Het lijkt alsof de jonge mensen in een eigen kosmos terecht zijn gekomen waar zij de enige bewoners zijn. De pijnlijke stilte die valt, wordt doorbroken door Maria’s vriendin. “Ik ga maar weer eens”, zegt ze nuchter. 

“Ja, ik ga met je mee,” zucht Maria, maar blijft tegelijkertijd gefixeerd naar Sigi staren. Zonder een woord lopen de twee vriendinnen het café uit. 

Het duurt even voordat Sigi is hersteld. Daarna slaat hij Hans op zijn schouder en roept: “Dat is de mooiste vrouw die ik ooit in mijn leven heb gezien!” 

In de weken na hun eerste ontmoeting zien Maria en Sigi elkaar bijna dagelijks. Ze gaan in het café bij voorkeur in een afgelegen hoek zitten en praten en lachen onafgebroken. Het is alsof de twee elkaar al jaren kennen. 

Langzamerhand mijden ze het café en spreken af op plekken waar ze alleen kunnen zijn, zonder starende blikken of flauwe opmerkingen. 

Hans ziet zijn dochter veranderen; of misschien is ‘opbloeien’ wel een betere term. Ze straalt als het ware van geluk. Haar huishoudelijke routine verandert nauwelijks. Alles wordt perfect voor hem geregeld. De eenzame avonden vindt hij vreselijk. 

Even speelt het verlangen naar sterke drank weer op. Hij voelt zich voor de tweede keer in zijn leven verraden en in de steek gelaten. Hij vervloekt de dag dat de blonde Apollo in zijn leven is gekomen. Tijdens de monotonie van het werk bij de skilift heeft hij alle tijd om de man goed te bestuderen. Geen slechte keus voor een schoonzoon, moet hij tot zijn spijt bekennen. Hij wordt zich pijnlijk bewust van zijn eigen vadsigheid als hij ziet hoe Sigi rond sluitingstijd de ski’s onderbindt om daarna met een perfecte techniek de berg af te suizen. Hij wordt verteerd door een ziekelijke jaloezie. Zijn aanvankelijke sympathie voor de jongen slaat om in intense haat. Langzaamaan ontwikkelt hij in zijn hoofd een duister plan en wacht het geschikte tijdstip af om het uit te voeren.  

Halverwege het seizoen biedt de mogelijkheid zich aan. Sepp’s vrouw is met zwangerschapsproblemen in het ziekenhuis opgenomen. Sigi zal na de officiële sluitingstijd de verplichte controle van het pad onder de skilift op zich nemen. Het is koren op zijn molen.

Voor de ervaren skiër is het grillige, smalle pad onder de lift een leuke uitdaging. De controle van het traject onder de lift is ó zo belangrijk. In deze vrieskou mogen er absoluut geen toeristen in de stoeltjes achterblijven. 

Het gebeurde twee jaar eerder in een ander dal waar twee Duitse pubers doodvroren nadat ze per vergissing waren achtergelaten in de stoeltjeslift. De jongens hadden de laatste rit naar boven genomen om nog één afdaling te maken. Halverwege het traject werd de lift stopgezet. De twee jongens konden geen kant meer op. 

Hans kijkt door het raam naar de thermometer die buiten hangt en ziet dat het intussen min 26 graden is geworden. Traag komt het mechanisme van de skilift weer op gang. Sigi spant zijn ski’s onder en neemt plaats op stoel 125. Hans schrijft het cijfer op in zijn handpalm. 

De laatste zonnestralen zijn aan het verdwijnen. Sigi verandert in de open stoellift al snel tot een stip op de berg en verdwijnt tenslotte helemaal uit zicht. 

Hans heeft de afgelopen maanden zijn rekenwerk secuur gedaan en is zelf een aantal keer met de lift naar boven gegaan. Zijn timing moet perfect zijn. Hij kijkt naar de nummers achterop de voorbij draaiende liftstoelen. Volgens zijn berekeningen moet de lift na zeven minuten ongeveer bij de plek zijn aangekomen waar de afstand tussen de bergwand en de liftstoel het allerhoogst is. 

Zijn vinger hangt boven de rode stopknop. Het zweet gutst van zijn voorhoofd. “Nu”, mompelt hij en drukt op de knop. De lift komt knarsend tot stilstand. Even blijft hij hijgend met halfopen mond naar boven staren en beseft wat hij heeft gedaan. Angstig kijkt hij om zich heen. In deze vrieskou houdt Sigi het op die plek geen nacht lang uit. Van de lift afspringen is op die hoogte levensgevaarlijk en naar beneden klimmen is al helemaal onmogelijk. “Start de lift weer! Doe het niet!” piept een stemmetje in zijn achterhoofd. Maar hij doet niks. Hij wast zijn handen en de inktvlek in zijn handpalm verdwijnt.

Rustig pakt hij zijn tas in. Hij doet het licht uit en sluit de deur van de controlekamer. Inwendig is hij al aan zijn verdediging begonnen. Hij zal het op grove nalatigheid aan laten komen. Een noodlottige vergissing. Alle verplichte veiligheidsmaatregelen zijn in de wind geslagen. 

Check en dubbelcheck is de opdracht, maar dat is er dit keer op de een of andere bizarre manier niet van gekomen. Hoe dom kun je zijn? Nee, hij heeft geen contact meer met Sigi gehad. Hij is er automatisch vanuit gegaan dat de reus na zijn controle allang naar beneden is geskied. De laatste tijd heeft hij erg veel haast om bij zijn dochter Maria te zijn, want die twee zijn stikverliefd. Hij zal het verhaal met tranen in zijn ogen vertellen en zeggen dat hij er kapot van is.

Nog eenmaal draait hij zich om en kijkt naar boven. De schemering valt. Een ijskoude wind strijkt langs zijn gezicht. Uit een kroeg verderop hoort hij het gebral van beschonken toeristen. De contouren van de stalen skilift staan haarscherp afgetekend tegen de ondergaande zon…..

JAAP VAN DEURZEN

P.S.

Ondernemende cineasten en producenten die nu geïnspireerd zijn geraakt, kunnen zich natuurlijk bij mij melden voor de copyrights. Want zeg nou eerlijk, dit is toch een potentieel filmscript. Jodelahiti!!